Er is verschil

In Arnhem staat de synagoge in de Pastoorstraat, de Lutherse kerk in de Spoorwegstraat tegenover de kampeertentenzaak Cohen, waar ik voor de jeugdclub de tenten huurde. Toen ik de kost probeerde te verdienen met stencilen, was mijn eerste klant de Heer Adema, hoofdonderwijzer van de Heselbergh-ULO (Uitgebreid Lager Onderwijs), hoek Dalweg. Katholieke kerken waren te vinden in de Hofflaan en de Steenstraat. Het grote herenhuis De Opbouw aan de Velperweg was het eigendom van de SDAP. De Esperantobeweging, de neutrale Geheelonthoudersverenigng en gelieerde groepen vonden daar onderdak. Ik had ze alle als klant. De Heer Cohen woonde in het huis dat aan de synagoge gebouwd was. Hij kwam het blad van de synagoge laten maken. Maar hij moest eerst nauwkeurig de proefdruk zien, omdat hij vooral erop lette of ik wel Gd zonder klinker had geschreven. Hij stierf later in Jeruzalem. Nog eigenaardiger was dat de eerste broodjeszaak met de naam Hermoza aan de smalle Varkenstraat in de binnenstad was gevestigd. Behalve aan de balie kon je kroketten en ballen gehakt uit de automaten aan de muur trekken, als je ze na in de gleuf ernaast een kwartje had gedaan, je het kwartje hoorde vallen.
 
Mozes, Salomé en Hartoghs
Vooral van zaterdagmiddag tot en met zondag was dat een pleisterplaats voor jong en oud. Langzaam maar zeker kwam er concurrentie. Hermoza adverteerde toen in de bladen met een tekeningetje van twee baby’s die bij elkaar in de luier keken. Er stond onder: “Er is verschil. Broodje Hermoza”. Ik werd gevraagd in het bestuur van de Gemeentelijke Senioren Fietstochten zitting te nemen, omdat juist ene Herman Mozes als bestuurslid was vertrokken. Je vermoedt al dat hij de eigenaar was van de broodjeszaak.
Een andere klant was de heer Salomé, de voorzitter van ASV Arnhemse Schaak Vereniging. Hij was bij het brengen en halen van het verenigingsblad heel openhartig, vriendelijk en uitgebreid van stof. Zijn vrouw was directrice van de psychiatrische inrichting Wolfhese. Ze woonden in een twee-huizen-onder-één-dak aan de miljonairslaan de Huygenslaan. In één van die huizen had zij een leerschool voor verplegend personeel in de psychiatrie. Ook zij was klant. De Huyghenslaan was tien minuten fietsen van mijn huis, dus kwam ik voor hun werk vaak bij hen thuis.
Bij al die klanten mag ik niet verzuimen Mr.Aalders te noemen, de secretaris van het Hoger Personeel van de ENKA (Eerste Nederlandse Kunstzijdefabriek Arnhem) nu Akzo. Stichter de Joodse heer Hartoghs’. Hij wonende aan de Velperweg, de Adventiste Zuster Bailly was zijn huishoudelijke hulp, zij mocht als het donker werd, het licht an doen. Na zijn dood werd een straat, achter het huis waar hij woonde, naar zjn naam genoemd. (Zie mijn blog aan hem gewijd)
Mr. Aalders vertrouwde mij zijn ijzeren stempelplaatjes toe, waarop de namen van de leden stonden, die ik moest gebruiken voor het stempelen van de namen op de enveloppen, waarin ik de brieven en notulen van de vereniging deed. Dat waren eens zeshonderd uitnodigingen voor de jaarvergadering, waarin tevens het grote belang stond van een grote opkomst van alle leden om een vuist te kunnen maken tegen de directie. Hij kwam een paar weken later met de opdracht nog een brief te maken en te verzenden. Ik vroeg hem hoe groot de opkomst van de vergadering was geweest. Hij zei `Lees de brief maar. Daarin staat dat van de zeshonderd leden er zes waren komen opdagen en dat waren de bestuursleden zelf. Dat omnisportvereniging “Enka Sport Club Arnhem”, waar ik bij voetbalde, in de elftalcommissie zat en redacteur was van ESCA Nieuws, slechts 2000 gulden per jaar van de directie kreeg, terwijl de rijkeluisclub Vitesse veel grotere bedragen van hen kreeg, is een andere zaak. Niet teveel mopperen. Mijn vader en ik en duizenden anderen hebben er meer dan voldoende plezier beleefd.
Ik wil met deze blog alleen maar duidelijk maken, dat er veel verschillen in het leven met die verenigingen en al die geschatte 3000 Christelijke groeperingen, blijkbaar nodig zijn om te beseffen dat van eenheid onder mensen, groepen, landen en rassen, nooit sprake is geweest en zal zijn, totdat ons idealistisch geloof in de beloofde nieuwe aarde is verwerkelijkt.
Als je iets niet direct begrijpt en na korte of lange tijd wel, dan wordt gezegd: het kwartje is gevallen. Dat hoop ik ook voor degenen die dit stukje lezen.

KNIPJE EN FLUITJE

Woorden, gesproken of geshreven, gebaren, gelaatsuitdrukkingen, het zijn allemaal middelen om te pogen je gevoelens en gedachten in je op te slaan en aan één of meer personen over te brengen. Of telepathie ook daaronder hoort, weet ik niet. Maar soms hoor je dat iemand sterk aan een bepaald persoon dacht en deze het volgende ogenlbik voor hem staat of van en over hem hoort.
Toen ik tien jaar was, verscheen twee maal per week de bakkerswagen in onze straat. Hij posteerde zich driemaal wisselend van de ene plek naar de andere. Zo stond hij ook eens voor ons huis in het midden van de Maria van Gelrestraat. Tegenover ons huis was een plantsoen van vijfig meter lang en twtig meter breed. Behalve gras, stonden er twee kleine bomen en twee bosjes struiken. Als je dus nar de huizen tegenover jouw huis ging, moest je om dat plantsoen heen lopen. De bakkerswagen bestond uit een drie meter hoge bak en werd getrokken door een paard. Als de bakker zijn brood had afgeleverd, ging hij op de bok zitten, trok even aan de teugels en het paard zette de draf erin. Achterop de bakkerswagen was een opstapje, waarop wij, jongens, eens gingen staan om een eindje mee te rijden.
Maar het mooiste zou zijn eens naast de bakker/koetsier te zitten om te zien hoe hij het paard aanzette, stuurde en stopte. Die kans kreeg je als je de bakker mocht helpen. Toen ik hem mijn diensten aan bood, zei hij bij een oude dame aan de overkant te vragen wat zij van de bakker nodig had. Ik ging naar die dame toe, diem na de deur te hebben geopend mij vagend aan keek. Ik zei haar, dat ik de bakker hielp en haar moest vragen wat zij van hem wenste. Zij zei vriendelijk: “Een knipje en een fluitje”. Ik voelde mij bij de neus genomen en ging terug naar de bakker zonder iets te zeggen. Maar ik had mijn doel bereikt. Ik mocht naast de bakker op de bok zitten, af en toe te teugels vast houden en zag en hoorde het paard klepperend over de straatstenen voor mij uitdraven. Op een gegeven moment deed het dier zijn staart iets opzij en zag ik hem tot mijn verbazing, onder het draven geweldige grote drollen uitpersen.
Hier zag ik de oorsprong van de hopen paardendrollen, waar de zwermen mussen zich op wierpen, want in die hopen zaten voldoende onverteerde vezels, die de magen van de vogels konden voeden. Er was zoveel voedsel voor ze, dat er genoeg overbleef om de hoop te laten opdrogen en door de straatveger met een bezem op een brede schep te vegen, die hij in de kruiwagen of handwagen gooide. Soms waren wij, jongens, hem voor en vocht de ene groep tegen de andere met de paardenvijgen als materiaal om naar elkaar te gooien. Intussen wacht de oude, vriendelijke dame, nu al vijfentachtig jaar op haar brood. En dat knaagt aan mijn geweten. Want een knipje en fluitje waren vormen en kleuren van halve of hele witte broden. En wit werd het meest gegeten. Bruin, tarwe en volkoren, laat staan grof volkomen of wat tegenwoordig dies meer zij, was minderwaardig voedsel voor de minder draagkrachtigen.
Zo zie je wat een verkeerd begrepen woord of uitdrukking teweeg kan brengen. De één vindt een grap om je een breuk te lachen, de ander vindt het ongepast.

Je miste

SCHRIJVEN kunnen-willen – hopend op antwoord. Wat helaas niet kwam. Dat is toch niet beleefd, terwijl ik hem als een vriendeljk mens ken die je nooit in je hemd laat staan. Google moet uitkomst brengen. En zie: het blijkt dat vele mensen die klacht hebben. Er worden nog al wat oorzaken genoemd. Eén daarvan wil verhelderend zijn: 1. Na de (wereldwijde) epidemie Corona kwam opeens de epidemie Paranoia, toen de epidemie Complotten, en 2. nu zijn we aangeland aan de des- of miscommunicatie, 3. daarna zal volgens de Bijbel de epiemie des- of mis-inormtie komen. Als je dat allemaal zet komen is het einde in zicht. Het is op die wijze een programma voor de wereldgeschiednis. Maar wat hebben wij nu aan die ‘wetenschap’? Als we daarin “geloven” (het kan niet anders), wat staat ons da te doen? We moeten nu eenmaal ‘communiceren’. Je leeft van het contact met je medemensen. ‘Co’ beteent ‘samen’. Je hebt mensen die door hun vak, bijvoorbeeld dokter, agent, voorlichter enz., verplicht zijn je te helpen.. Dus als je zo iemad niet kunt e-mailen, dan ga je hem bellen. Nu maar hopen dat de telefoonlijn niet uitvalt… Of dat je te horen krijgt: “Uw bericht is goed ontvangen en zal worden afgehandeld.” (vervolgens hoor je niets meer). Of “Er zijn nog tien wachtenden vóór U”. Maar e-mailen was zo goedkoop, snel en eenvoudig. Je hoeft geen papier, inkt, envelop en postzegel te kopen en niet naar de brievenbus te lopen. En nou die verdraaide e-mail zonder antwoord. Hij heeft mail wel onvangen. Ik google en lees dat tallozen dezelfde klacht hebben. Maar gelukkig ook de oorzaken worden vermeld. Oorzaken: Weerzin tegen “schrijven”: 1. Paranoia 2. Autist of Introvert zijn 3. Ontleest 4. Ongebruik taal 5. Privatie 6. Geen tijd 7. Niet weten hoe je gevoelens en gedachten kunt formuleren Het komt allemaal neer op onze verslaving aan tv en radio die onze nieuwsvoorziening en ontspanning levert. Tijdroof…. Er is één troost: Als we zo autist worden, dan blijkt uit een tv-film dat we een bijzondere tlent krijgen, bijvoorbeeld knstschilder, tekenaar, componist, musicus, cabaretier, enz.enz. De moeder van de kunst is oefening (baart kunst). Kan het nog?