Verniewde Schaapsdrift en Heemtuin Presikhaaf
GEMENTE UIT BALANS?
Het is dringen blazen om die honderdduizend door de regering vereiste nieuwe woningen te plaatsen. Liefst op een plek waar nog geen woningven staan en er een goede infrastructuur is, die de nieuwe bewoners niet op achterstand zet voor het doen van hujn boodschapen.
Een gevaarlijke ondernemin voor het gemeentebestuur! Met alle goede bedoelingen een voorstel doen, waarmee bewoners direct akkoord gaan, lijkt niet mogelijk. Het wordt meestal een overleg op lamnge adem en met veel frustraties.
Zo maakt de gemeente Arnhem bekend de historische straat “Schaapsdrift” op de schop te willen nemen. De naam van de straat verwijst reeds naar een verleden dat de schapen van de Veluwe eenmaal per jaar langs deze weg naar de grazige weiden in het Broek geleid werden om te overleven. Er liep een beek langs, die de schapenhoeders de weg wees naar die weiden. Later kwamen wegens die beek daar elf wasserijen. Ik woonde in de Maria van Gelrestrraat en hoorde tussen 7 en 8 uur ’s morgens de verschillende fluittonen om de beurt ons op Plattenburg wakker roepen. Als we van het trapveldje van de paardenwei hiswaarts gingen, lagen wij, dorstige kwajongens op onze buik het heldere water te drinken. Dat wij later vernamen dat het water door die wasserijen heel wat bleekmiddel bevatte, lijkt dat ons toch niet te hebben vergiftigd. Ik mag mij verheugen op mijn 98-jarige leeftijd.
De gemeente wil de oude schuren en opstallen en zelfs de later nieuw gebouwde huizen daar af te breken om daar zoveel mogelijk nieuwe woningen te bouwen. En, ik houd mijn hart vast: om zoveel nieuwe mensen te bergen: woontorens….
Niet genoeg? Dan is daar nog altijd de heemtuin en de paardenwei direct links af de spoorbrug onder door. Want, het is geen dreigemnent meer, maar een noodzaak, zo beweert de gemeente. Ligt dat nou aan de leeftijd, die ons ikn de touwen jaagt, of is het de realiteit van het welbevinden? Jarenlang mocht ik lid zijn van het Platform Presikhaaf. Wij beijverden ons voor: “de bewoonbaarheid van de wijk” en “het welzijn van de bewoners”. Daaronder behoorden blijkbaar ook het park Presikhaaf, waar ik mij voor ijverde, want het in de oorlog vernielde park met dode en vernielde bomen, struiken en paden is toch weer prettig te bewandelen. Weliswaar zonder uitzicht op het “ooievaarsnest”, maar wie daar oog voor hebben, vol met historie als de plek daar het ooievaarsnest stond, het Esperantohuis, de blokhut en het kinderkoloniehuis. Dat heet “het historisch besef”, waar de mens blijkbaar niet buiten kan. Want wat je vandaag denkt en doet is morgen historie waaruit je de les trekt voor de komende tijd.
Dus laat de mens die komt niet buiten dat besef, en bewaar plekken als de boerderij, de heemtuin, de beek en de Schaapsdrift, die je meer thuis doen voelen dan de vele dreigende woontorens.
Piet Schreuder