PETERS DOOD

\Bij Peters graf (wie print dit in grote letter voor mij of zichzlf of een ander uit?
Peter makte graag op zijn eentje uitstapjes over de grens zoals naar NewYork en Athene. Hj was avontuurlijk. Het laatst was hij in België voor een stamceloperatie waar hij heel positief over was.
Ik probeer zo van de Belg Guydo Gazelle een aangepast gedichtje te lenen:
En het is hier nederweerd, geschilderd of geschreven, van jou, mijn Peter, geen beeltenis mij gebleven, geen tekening nog lichtdrukmaal, noch beitelwerk van stene, dan het beeld in mijn hart allene. Och, mocht ik die beeltenis niet bederven, doch eerzaam leven in mij, eerzaam in mij sterven.

Op de muur van het winkelcentrum Presikhaaf werd een film van de NATOTAPTOE vertoond. Er stonden wel honderd mensen naar te kijken toen ik eraan kwam. Hoe rumoerig ook, opeens zag ik daar tussen een arm omhoog steken en hoorde ik iemad roepen: “Piet, kom eens hier!”
Nou, vooral omdat het een meisje van mijn jeugdclub was, Martha Verheyen, wurmde ik mij tussen de massa door naar haar toe. Er stond een knappe dame naast haar. die had haar tasje nog open, en daarn zag ik per ongluk mijn folder voor het vredeswerk, wat ik zojuit had uitgedeeld, liggen. Kennismaakt. Interesse? Er kwam een roodharige man naast haar staan, de chef van de schoenwinkel BATA. Wat later kwamen er twee kinderen bij hen staan. Leuk gezinnetje.
DE volgende dag werd ik opgebeld: Herkent u mijn stem nog? Ik ben degene die u gisteren sprak. Ik hb zojuist heel lekker eten klaar gemaakt, dat wij niet alleen op kunnen. Nou vaag ik u of u eens mee wilt komen eten.
Ik was hopeloos vrijgezel, dus na veel excuses och maar gegaan om haar blijkbare interesse voor het vredeswerk.

 

Zij bleek een weduwe met twee kinderen van 7 en 11 jaar te zijn,
Rob en Bert. Nou, om kort te zijn: het eten was lekker genoeg om voortaan daar te blijven eten, om tenslotte, swat ik nooit gedacht had, met haar te trouwen. Want niet mijn wil geschiedde, maar behalve God had zij een zeer sterke wil.
Dat resulteerde in de geboorte van een jongen die volgens haar Peter moest heten. En na anderhalf jaar nog en jongen, moest een Bijbelse naam hebben volgens haar: Jisvi.
En toen zi ze: Piet, we hebben nou 4 jongens, in had zo graag een meisje willen hebben. “Vooruit dan’, zei ik. En zie daar: Seraja. Ze is nu 51 jaar.
En dat allemaal ook met mijn kleine drukkerijtje elk jaar het hele stel met de twedehands auto naar Spanje, Ialië, Frankrijk en Duistland. Elke familiebijeenkomst daarna herinnringen daarvan opgehaald.
Peter wilde zoveel mogelijk zelfstandig zijn. Toen hij 18 jaar was, meldde hij zich aan voor militire dienst, hoe ik ook vertelde dat ik die dienst juist had geweigerd en daavoor 4 jaar in dienstweigeraarkampen had door gebracht.
Ik weet niet eens of hij de opleiding had volbracht of niet, maar hij was opeens zo weer thuis. Hij wilde ook eens alleen uit. Gerda en ik bang. Op een avond werd er gebeld. Ma wilde niet open doen…. Ik deed het. Peter stapte half dronken zonder mij te groeten en aan te kijken, naast mj de trap op naar bed.
Bij de geboorte was hij al bijzonder. Hij keek of hij dacht, wat zal mj dit leven brengen… Nou, dat was hij tenslotte dan. Geluk dat Mamma hem zo niet zag, want hij was mijn maar vooral haar zorgenkindje die zij tot haar dementie m et haar gevoelen omringde.
Niemand weet wat een mens aan het eind van zijn leven tot een seconde voor zijn dood nog een gedachtenflits krijgt, zoals je weleens leest. God vraagt niet of de mens wel goed Zijn geboden heeft onderhouden, maar of hij zijn leven aan Hem overgaf. Ik hoop toch zo Peter weer te zien in volmaaktheid.


Dagboek 18-3-24 Gezond en Gerelateerd

Daoek 8-3-24
SIGNALEN: GERELATEERD?

Dokter Bülbül en een arts in opleiding hebben mij bezocht.
Ik had 10 klachten opgeschreven en ze lazen die aandachtig. Na een half uur praten bleef over: gerekend naar uw leeftijd ben u geheel gezond. U hebt al enige jaren elke morgen drie medicijnen en krijgt nog een tabletje voor beter plassen. Voor uw evenwichtsstoornis hebt u al een rollator om, zo u zegt, een uurtje wandelen en praten in het parkje naast u. Goed zo voor de spieren.
En dat was het…. heugelijk resultaat van het ‘onderzoek’. Hij had mij zo graag willen zien, had hij tegen zijn assitente gezegd die deze afspraak voor een bezoek van de dokter na twee jaar de ‘huisartsenpraktijk’ te hebben gebeld en gemaild om die afspraak. Op de vraag daarbij of ik in aanmerking kom voor een proefrit met een driewielerfiets of driewiel scooter kreeg ik eindelijk te horen, dat die vervoersmiddelen voor mij niet radzaam waren ‘in verband met mjn leeftijd’. De enige oplossing was die rollator. Dat moet ik geloven, want ik ‘wandel’ elke dag wel met tien lotgnoten die dat hulpiddel ook hebben. Ze maken je wereld alleen kleiner, zo wordt gezegd. Ik herken mijn geboortestad nauwelijks meer, of delen daarvan, waarvan ik aan het afscheid nemen ben.
Blij dus dat ik behalve een thuishulp heb die maandags en donderdags anderhalf uur komt om te strijken en te stofuizgen. En woensdag een ‘begeleidster’ om samen de boodschapopen te doen en de omgeving te zien die zo door enovatie en niewbouw zo veranderd is, dat er op sommige plekken niets meer te herkennen is, maar verder afscheid nemen van het oude en de woontorens van twintig hoog begroeten.
Ik ben opgenomen in een comité dat het behoud van de oude straat “Schaapsdrift” nastreeft als herinnering aan de tijd van onze vaders en moeders.

 


BEKENDE BONTE HOND

BEKEND ALS B0NTEHOND
Dat gezegde duidt meestal niet op gunstig bekend zijn, dus ik waag ik het er maar op dat dit niet op mij van toepassing is. Ik besefte opeens dat je met één boek bekender kon worden dan een andere schrijver met vijf of tien boeken. In mijn boek over “Presikhaaf Het verhaal” had ik de geschiedenis van Plattenburg ook beschreven.
Maar deze week verscheen de Plattenburgse nieuwsbrief met een foto van mij en een interview over mij over de volle breedte twee van de vier pagina’s. Dat was ten bate van het comité dat zich inzet voor het behoudb van de historische waarden van de wijk Plattenburg. Er waren in het gemeentenieuws artikelen verschenen, waarin de gemeente Arnhem bekend maakte dat er in opdracht van de regering een miljoen woningen bij gebouwd moesten worden. De gemeente Arnhem ging dus uitkijken om daar ruimte voor te vinden en vond die in en om de oudste straat van de wijk Plattenburg: De Schaapsdrift.
Ik had in mijn boek juist die straat als belangrijk omschreven. Het boek was als voor plaatselijke waarde al aardig verkocht. Sommige mensen in het park waar ik elke dag een uurtje verblijf, begonnen mij te groeten en met mij een praatje maken. Door die foto werd ik meer herkend en als ik even op een bankje ging zitten, kwamen er zomaar mensen op en om mij heen. Nou is mijn gewoonte dat ik iedereen groet die ik tegen kom. Maar nu werd dat nog meer op prijs gesteld en groet iedereen mij terug. Aardige jongen toch….
De burgemeester had mij voor mijn vrijilligerswerk waar dat boek een deel van was al met een lintje bedeeld, dus kwam dat hierbij ook naar boven. Misschien stimuleefrt dat anderen ook meer vrijwillgerswerk te doen, maar ook het besef dat daardoor meer naar je mening, als je die hebt, geluisterd wordt. Kan ik die verantwoording dragen? Het wordt soms gepubliceerd. Weg je privatie!
Over privatie wordt de laagtste jaren veel geschreven. Steeds meer mensen zijn bevreesd dat hun naam als ongunstig te grabbel wordt geooid. Het verhaal dat iemand schrijft wordt gepubliceerd en dan loop je dat risico. Men verzoekt in elk geval je naam niet te publiceren. Er zijn al mensen genoeg die jou dan liever dood hebben.
Dat zie je ook aan Bijbelschrijvers als Paulus. Een gedrongen figuur die vaak begeleid werd door geestverwanten, waaronder vele vrouwen, zijn omgeving afreisde om zijn mening te verkondigen. Hij liet het niet alleen bij praten, zijn brieven gingen rond en verschenen in de Bijbel waar 2000 jaar daarna elke dag mensen in lezen en voorlezen. Helaas kreeg hij behalve vrienden ook vijanden, waaronder de overheid en de leiders van Jeruzalem. Het leven van Paulus liep niet goed af. Als je dat leest dan zou je geen vrijwilligerswerk willen doen en vooral niet je gedachten opschrijven en laten publiceren.
Blijkbaar betaald bekenheid lof maar ook misnoegen, jaloersheid en zelfs haat. Maar als ´schrijven´ je te pakken heeft danm kan jem moeilijk anders. Inbrejuk in jem privatie, het zal je wat. Momenteel klaagt de overheid dat zelfs jongeren een taalachterstand hebben en ze niet meer kunnen schrijven. Dat blijkt nog nadeliger voor hen en de matschappij te zijn. Mag ik een briefje van u ontvangen­­­…. mIjn emailadres is P.Schreuder2@upcmal.nl


Je miste

SCHRIJVEN kunnen-willen – hopend op antwoord. Wat helaas niet kwam. Dat is toch niet beleefd, terwijl ik hem als een vriendeljk mens ken die je nooit in je hemd laat staan. Google moet uitkomst brengen. En zie: het blijkt dat vele mensen die klacht hebben. Er worden nog al wat oorzaken genoemd. Eén daarvan wil verhelderend zijn: 1. Na de (wereldwijde) epidemie Corona kwam opeens de epidemie Paranoia, toen de epidemie Complotten, en 2. nu zijn we aangeland aan de des- of miscommunicatie, 3. daarna zal volgens de Bijbel de epiemie des- of mis-inormtie komen. Als je dat allemaal zet komen is het einde in zicht. Het is op die wijze een programma voor de wereldgeschiednis. Maar wat hebben wij nu aan die ‘wetenschap’? Als we daarin “geloven” (het kan niet anders), wat staat ons da te doen? We moeten nu eenmaal ‘communiceren’. Je leeft van het contact met je medemensen. ‘Co’ beteent ‘samen’. Je hebt mensen die door hun vak, bijvoorbeeld dokter, agent, voorlichter enz., verplicht zijn je te helpen.. Dus als je zo iemad niet kunt e-mailen, dan ga je hem bellen. Nu maar hopen dat de telefoonlijn niet uitvalt… Of dat je te horen krijgt: “Uw bericht is goed ontvangen en zal worden afgehandeld.” (vervolgens hoor je niets meer). Of “Er zijn nog tien wachtenden vóór U”. Maar e-mailen was zo goedkoop, snel en eenvoudig. Je hoeft geen papier, inkt, envelop en postzegel te kopen en niet naar de brievenbus te lopen. En nou die verdraaide e-mail zonder antwoord. Hij heeft mail wel onvangen. Ik google en lees dat tallozen dezelfde klacht hebben. Maar gelukkig ook de oorzaken worden vermeld. Oorzaken: Weerzin tegen “schrijven”: 1. Paranoia 2. Autist of Introvert zijn 3. Ontleest 4. Ongebruik taal 5. Privatie 6. Geen tijd 7. Niet weten hoe je gevoelens en gedachten kunt formuleren Het komt allemaal neer op onze verslaving aan tv en radio die onze nieuwsvoorziening en ontspanning levert. Tijdroof…. Er is één troost: Als we zo autist worden, dan blijkt uit een tv-film dat we een bijzondere tlent krijgen, bijvoorbeeld knstschilder, tekenaar, componist, musicus, cabaretier, enz.enz. De moeder van de kunst is oefening (baart kunst). Kan het nog?