Privé
Had beter eerst “De wet op de privacy” kunnen nakijken, alvorens ik die wet gjng criticeren en vooral becriticeren. Maar ja, omdat ik nu toch eenmaal ben begonnen:
De oorzaak is dat sommige correspondeten met wie ik om de zoveel tijd een e-mailverhaaltje wisselde, opeens afhaakten. Ze mailden niet meer terug, en ze gaven geen antwoord op de vraag “waarom niet”.
Dus dacht ik aan wat ik eens had gehoord, dat mijn correspondent kon vrezen dat zijn naam en wat hij schreef aan iedereen openbaar is. Hij had gelezen dat de Wet op de privacy hem moest beschermen tegen de kwalijke kanten van zijn privéleven en vooral voor zijn mening. Elke boef die een hekel aan hem had en die dat wilde kon hem van alle kwaads beschulkdigen, maar vooral van zijn karakter.
Zover ik over dat onderwerp in gespreksgroepn op de televisie hoorde zeggen, was de wet op de privacy
pas van toepassing als iemand je bedreigde met de dood. Dat was al eens een paar maal gebeurd. De bedreiger kan voor de rechter gebracht worden en en straf verwachten. Dus met die beperlking van de vrije meningsuiting was er niets aan de hand.
Nou zit ik toch nog met mijn boeken, website en e-mailtjes in de verkeerde hoek. Iedereen kan ze immers lezen en op de vreselijkste manier becommentariëren en zeggen dat wat ik schreef van een krankzinnige moest zijn? Hij zei nog niet dat hij mij dood wenste wat als een bedreiging zou kunnen worden opgevat, of een potentionele moordenaar het motief geven mij te vermoorden.
Iedereen leest en schrijft echter anders, naar zijn aard. En boeken, artkelen en
blogs hebben de bedoeling
door iedereen te worden gelezen. Het is niet prettig dat iemand aan de inhoud van je schrijven jou een misdadiger vindt of op zijn minst een krankzinnige. En hij zoekt voor zijn mening weer gelijkgestemden.
Als hij maar niet vindt dat jij dood moeste zijn. Daar zit ik dan. En wee degene die het wel met me eens is. Laat dit niet blijken door dat te zeggen. Nog beter: reageer niet op wat de schrijver schrijft.
Ik zie al het touwtje waaraan ik moet hangen, want ik vind schrijven het leukst, of het nu in een boek, artikel, blog, brief of e-mail is. Ik geef geen garantie voor mijn leven en dat van mijn lezers.
Dag schat.

PARANOIA
Het is een woord dat ik de laatste tijd steeds vaker tegenkom. Ik heb de betekenis ervan eens opgezocht in Wikipedia.
Ik zou het mjn overbuurvrouw nooit durven zeggen: het is ‘achtervolgingswaanzin’. En als je dat hebt ben je een beetje gek. En als je gek bent dan plaats je je buiten de maatschappijn van normaal denkenden. Je wordt niet begrepen en ergert je voortduren. Dus voorzichtig met de geestszieke. Gebruik liever het woord abnormaal en zeg tegen de patiënt: ik ben het niet met je eens. Helaas weet de patiënt niet dat hij abnormaal is en dat de buurman hem niet goeiedag zegt, hij dat niet doet met een kwade bedoeling. Ook al die anderen niet, die hij verdenkt van alle soorten kwaad waarmee zij zijn leven bestoken. Mijn overbuurvrouw heeft zelfs de televisie en de computer afgesloten en de gordijnen dicht gedaan, omdat al het kwaad dat haar overkomt door de televisie, de computer en de buitenwereld bij haar binnen komt.
En zij is niet de enige met die waanzin. Nu je dit weet, zie je dat ook de politiek erdoor wordt beïnvloed ondanks dat de partijleider duidelijk trekjes daarvan toont.
En nou ik. Hoe zit het met mijn denken, doe en laten en levensovertuiging? En die van alle anderen? Zijn wij allemaal minstens besmet met paranoia? Hoe komen wij daar achter? Voorlopig bidden maar en zien hoe het afloopt.
Er zijn geneeslijke en ongeneeslijke ziekten. Waartoe paranoia hoort weet ik niet. Er is hoop. Ik bepaal mij tot “VDDSS”: Voelen, Denken, Doen, Spreken, Schrijven.
De Bijbel zegt: “Doorzoek uzelven nauw, misschien dat gij het eeuwige leven hebt”.
De kwaal van abnormaliteit bestaat net zolang als de mens bestaat maar na zijn geschapen worden door en met een Heilige Geest, liet een kwade geest zich gelden. O God, wie zal mij verlossen van het kwade?
De vraag stellen is haar beantwoorden.