TRANSPARANT

TRANSPARANTIE en PRIVACY

In de kleine Christelkijke kerken noemt men elkaar broeder en zuster om te tonen dat zij net als hun broer en zus in het gezin, alles elkaar kunnen vertellen. Ook noemt men elkaar bij de voornaam, zoals in de Bijbel zelfs bij niet gelovigen het geval is. Daar met de toevoeging van “de zoon of dochter van” of “de plaats waar hij of zij vandaan komt”.
De bedoeling daarvan is dat men erkent in hetzelfde bootje met elkaar te zitten en dus transparant wil zijn, dit wil zeggen, elkaar wil helpen als het erop aankomt. Om te tonen je naasten lief te hebben zoials God en Jezus geboden. Het leven valt immers niet altijd mee.
Schrijven is een beroep. Een schrijver levert zijn privacy in. Hij schrijft over zijn gevoelens en gedachten voor iedereen die horen en lezen wil. Hij kan detetiveromans, waarin hij zijn fantasieën de loop laat gaan, en een biografie van zichzelf of een ander. Hij gooit zijn hele hebben en houden tr grabbel. Luisteraars en lezers en vooral commentatoren spreken en schrijven over zijn persoon en zijn boek of artikel in bladen en kranten, zodat hij bekend wordt. Dat komt hem ten goedde, want een schrijver wil gelezen worden, niet alleen vindt hij het prettig dat te constateren, maar het brengt geld op, wat de nieuwesierige lezers er graag voor over hebben.
Kortom, hij maalt om zijn privacy. Zelfs in deze na-coronatijd met de gerelateerde paranoy en complottheorie, zal het hem een zorg (dus niet) zijn. Natuurlijk moet hij voorzichtig zijn met oorlogszuchtige taal van haat en veder over anderen. Dat veroorloven poliicie zich heden nog wel.
En als je een praatje houd met een vrouwelijke kennis, of een e-mailtje schrijft aan haar, loop je tegewoordig de kans, dat het beschouwd wordt als een huwelijksaanzoek waarvan men niet gediend is. Vooral geen grapjes daarin maken. En zelfs, ik durf het haast niet te zeggen: gaat het die kerkjes niet voorbij. Was het altijd al dat je de één makkelijker ligt dan de ander, nu wordt over het alfgemeen de afstand tussen veel kerkgangers groter. We zien overal discrimininatie en rassenhaat opkomen.
Het is tegen de wil van de Schepper en Jezus, een gevaalrijke pandemie, het vergroot de kans op oolog
Daarom doet het woord “tranparant” zijn intrede. Men kan zich spiegelen aan wat volges dat woord verreist is: de andere mens vertouwen en weten vertrouwd te worden; jezelf geven aan anderen zonder vrees voor je privacy.
Laten we het een tjdleijk tekort noemen in ons karakter, waarvoor we voor ons zelf en anderen kunnen bidden. Er is werk aan de winkel voor de predikanten…. Niet met gesloten ogen gaan of die mentaliteit niet bestaat. De leer der lastste dingen bestaat echt.


PETER IS DOOD

PETER DOOD
23-3-1924

Ik trouwde in 1955 met de weduwe Gerda Braakman-Nagelhout (zie blogje). Zij had twee kinderen, Bert van elf jaar en Rob van zeven jaar. Er kwamen nog twee jongens bij; Peter Schreuder en Jisvi Schreuder.
Toen zei Gerda: “Pa, we hebben nu vier jongens, ik had zo graag nog een meisje gehad”. Mag je een vrouw die je pas getrouwd hebt wat weigeren. Ik zei dus: “Nou vooruit dan”. En dat meisje is nu, 12 juli 1924 51 jaar. Gerda koos de namen uit. Het werd Seraja. Zij koos voor intensieve mantelzorg voor volledig demente en blinde Gerda. Bert en Rob kozen reeds eerder voor zelfstandig wonen, en mij werd wegens Seraja’s onderhoud van Gerda ook geadviseerd apart te gaan wonen. Peter, Seraja en ik wonen op tien minuten fietsen van elkaar. Alles in goede verstandhouding.
Seraja en Peter hadden elk een reserve sleutel van mijn flatje, dus zei mochten in noodgevallen zonder bellen bij mij aankomen. Dus zo stonden ze soms plotseling in mijn woon- of slaapkamer.

20 maart 2024 belde ik Seraja op en zei: “Peter neemt al drie dagen geen telefoon op. Probeer jij het ook eens”. Toen Seraja daar ook niet in slaagde, zei ik: “ik bel de politie en die gaat met jou naar hem binnen”.
Toen zij en de politie naar binnen gingen, belde Seraja mij na vijf minuren: “Pa, Peter is dood”.
Ze vonden hem op de hoek van de bank met opgezwollen gezicht en paracetamolletjes om zich heen.
Later stelde de dokter dat hij aan ‘hartfalen’ was overleden.
Mijn thuishulp Jasmijn van Zorginstelling “A Care” van de gemeente Arnhem kwam juist bij me en vond mij verslagen op de bank naast de telefoon. Zij was beduusd en troostte mij.


HET MEISJE OP DE BANK

MEISJE OP DE BANK

Ze leek me wat onnozel, dat in het lichtbruin geklede meisje in het midden van de bank. Boven haar het groene bladergewelf van de hoge bomen om haar heen.
Ze keek recht voor zich uit in het niets. De wandelaars liepen langs haar heen zonder groeten. Ieder op zichzelf, pratend met een metgezel of tegen het zaktelefoontje. De mensen op de andere bankjes kon je horen kletsen.
Opeens hief ze het hoofd een beetje omhoog en hoorde ik een monotone altstem, wel zuiver en helder, maar sprak ze of zong ze? Het was zonder enige stemverheffingen. Het leek een klaagzang. De mensen op de andere bankjes zwegen opeens, waardoor haar stem door het hele bosje klonk.
Een kwartier lang zong ze en luisterden we. Toen hield ze op en kletsten de anderen weer. Het meisje op de bank keek weer zwijgend voor zich uit.

Heb ik dit nou gedroomd? Dan heb ik nog nooit zo duidelijk gedroomd.


ADVENTKERK ARNHEM EN PIET 99 JAAR

Dagboek 12–2-24
99 jaar Adventkerk en Piet himself

Vader Kees Schreuder had het Bijbelboek Job 19:25 in gedachten en lied 404 in het Zangboek van de Adventkerk voor ogen, waarin staat:

“Ik zal Hem zien met eigen ogen,
Hem aanschouwen van nabij,
In de Hemelse landouwen,
Jezus die eens stierf voor mij”.

Maar het jaar 1925 was toevallig ook mijn geboortejaar. Dus kon de ZdAdventgemeente Arnhem er niet onderuit de Sabbat na 29 januari tijdens de kerkdienst daar aandacht aan te schenken. De kerk begint altijd om 10 uur met Bijbelstudie, om 11 uur met de overdenking tot 12.30 uur, waarna er tot 13.30 uur een gezellig samenzijn is in de koffiekamer. Iedereen is bij elke dienst welkom.
Bij de koffie (of thee of vruchtensap) wordt door een jarige vaak getrakteerd. Gelukkig heb ik dochter Seraja….

Dagboek 12–2-24
99 jaar Adventkerk en Piet himself

Vader Kees Schreuder had het Bijbelboek Job 19:25 in gedachten en lied 404 in het Zangboek van de Adventkerk voor ogen, waarin staat: “Ik zal Hem zien met eigen ogen, Hem aanschouwen van nabij, In de Hemelse landouwen, Jezus die eens stierf voor mij”.
Maar het jaar 1925 was toevallig ook mijn geboortejaar. Dus kon de Adventgemeente Arnhem er niet onderuit de Sabbat na 29 januari tijdens de kerkdienst daar aandacht aan te schenken. De kerk begint altijd om 10 uur met Bijbelstudie, om 11 uur met de overdenking tot 12.30 uur, waarna er tot 13.30 uur een gezellig samenzijn is in de koffiekamer. Iedereen is bij elke dienst welkom.
Bij de koffie (of thee of vruchtensap) wordt door een jarige vaak getrakteerd.


WIJ HEBBEN EEN TOEKOMST

OPSTANDING

De boeken van Reinder Bruinsma waren tot dusver voor geloofsgenoten bestemd. Hij voerde argumenten aan tegen volgens hem achterhaalde zienswijze over bepaalde Bijbelgedeelten. Zijn nieuwe, dertigste, boek “Ik heb een toekomst” is eindelijk vooral voor buitenstaanders bestemd.

Het zou bij hen de ongeloofwaardigheid kunnen wegnemen over de mogelijkheid van de opstanding van de doden. Deze opstanding is immers nagenoeg bij alle christenen een belangrijk geloofspunt. Zonder dat te aanvaarden is er geen hoop voor de toekomst. De dood zou voor alle mensen en dieren van vroeger, nu en in de toekomst al het einde van hun en je eigen leven zijn. Dus het zo verlangde weerzien met je overleden dierbaren is wel een begrijpelijke wens, maar helaas een onmogelijkheid. De enige troost zou dan zijn dat de mens “over het lijden” heen is.

De overledenen gaan volgens de Amerikaanse zegswijze `van as tot as en van stof tot stof´. Dat zou van toepassing kunnen zijn bij het cremeren of begraven van het lichaam. Hoe dat bij de nooit terug gevonden drenkkelingen en in delen verminkte verongelukten zou moeten plaatsvinden is heemaal geen prettige gedachte. Dat de doden op de laatste dag zullen opstaan ´uit hun graven´, is daarom ongeloofwaardig. Er zijn geen bewijzen voor.

En bewijzen berusten op wetenschap en dat ontbreekt.

Reinder haalt echter in zijn boek van 350 pagina´s voldoende ´wetenschappelijke´ argumenten aan om de aanvaardbaarheid van de opstanding wetenschappelijk te verklaren. Ik heb de lezingen bij het t.v.programma ´De Wereld Draait Door` zover mijn verstand reikt, gevolgd. Het woord ´geloof´ riep daarbij enige weerstand bij mij op. ´Geloof´, zelfs ´geloofsovertuiging´ lijkt immers op ‘twijfelachtige opvatting’ zonder gevoel voor feitelijkheid

 

 

Bresje – Wij hebben een t

 

De boeken van Reinder Bruinsma waren tot dusver voor geloofsgenoten bestemd. Hij voerde argumenten aan tegen volgens hem achterhaalde zienswijze over  bepaalde Bijbelgedeelten. Zijn nieuwe, dertigste, boek “Ik heb een toekomst” is eindelijk vooral voor buitenstaanders bestemd.

Het zou bij hen de ongeloofwaardigheid kunnen wegnemen over de mogelijkheid van de opstanding van de doden. Deze opstanding is immers nagenoeg bij alle christenen een belangrijk geloofspunt. Zonder dat te aanvaarden is er geen hoop voor de toekomst. De dood zou voor alle mensen en dieren van vroeger, nu en in de toekomst al het einde van hun en je eigen leven zijn. Dus het zo verlangde weerzien met je overleden dierbaren is wel een begrijpelijke wens, maar helaas een onmogelijkheid. De enige troost zou dan zijn dat de mens “over het lijden” heen is.

De overledenen gaan volgens de Amerikaanse zegswijze `van as tot as en van stof tot stof´. Dat zou van toepassing kunnen zijn bij het cremeren of begraven van het lichaam. Hoe dat bij de nooit terug gevonden drenkkelingen en in delen verminkte verongelukten zou moeten plaatsvinden is heemaal geen prettige gedachte. Dat de doden op de laatste dag zullen opstaan ´uit hun graven´, is daarom ongeloofwaardig. Er zijn geen bewijzen voor.

En bewijzen berusten op wetenschap en dat ontbreekt.

 

Reinder haalt echter in zijn boek van 350 pagina´s voldoende ´wetenschappelijke´ argumenten aan om de aanvaardbaarheid van de opstanding wetenschappelijk te verklaren. Ik heb de lezingen bij het t.v.programma ´De Wereld Draait Door` zover mijn verstand reikt, gevolgd. Het woord ´geloof´ riep daarbij enige weerstand bij mij op. ´Geloof´, zelfs ´geloofsovertuiging´ lijkt immers op ‘twijfelachtige opvatting’ zonder gevoel voor feitelijkheid

 

 

 


JOPIE 16 JAAR LANG MIJN HOND

AAN alle mensen, in het bijzonder jou

Dagboek 23-12-23

Herinnering

JOPIE 16 JAAR MIJN HOND

Tussen al die wenskaarten in deze donkere dagen schiet mij opeens een herinnering te binnen.
Ik had een zwarte, gladharige hond met wit befje, witte voetjes en wit puntje op de staart. Het was een niet zuivere labrador met een spitse snuut, terwijl zo’n rashond een brede snuut heeft. Hij werd zestien jaar.
Ik hoorde hem heel zacht janken. Hij stond voor het tuinhek en wilde de tuin in. Hij kon er makkelijk overheen springen, maar durfde deze keer niet. Hij wist dat hij iets verkeerds had gedaan. Ik keek op hem neer en zei: “O o o o” en deed het hek open. Met gebogen kop kwam hij langzaam de tuin in. Ik nam hem in mijn armen en hij ging enthousiast met zijn lange tong mijn gezicht wassen.
Daarna ging hij gauw naar zijn eten onder de keukentafel.
Er is reeds lang een nieuwe betere wereld beloofd. Mochten wij er ook zo binnen gaan.
Piet Schreuder
sinds 29-1-25

 


SOCIALE MEDIA???

Het kwartje is gevallen.

Lang gedacht en stil gezwegen…

Enige dagen geleden heb ik eindelijk het licht gekregen.
Dat krijg je eigenlijk zomaar. Je moet het alleen verwerken. Maar liefst direct, want nu denk ik weer: waar ging het eigenlijk over? Nou, daar gaat-ie: De schuld van alle ellende is Facebook (gezichtenboek) en Smarthphone (slimme telefoon).
De batterijenfabrikant China dacht het goed als zwijgende minderheid de rest van de pratende wereled op te zadelen met deze twee sprekende instrumenten. Als ik tussen 3 en 4 uur even op adem kom in het parkje Sacre Couer (Heilig Hart) naast me, en ga daar op een bankje zitten, komt daar een jongeman zonjder groeten voorbij lopen, pratend tegen zo’n smarthphone die hij voor zijn gezicht houdt. Na mijn te luid “Dag mijnheer”, kijkt hij verschrikt op en groet hij terug. Soms wisselen we enige woorden over het weer.
Zijn familie en vrienden hield hij met die telefoon op een afstand, want die hoorde en zag hij immers in miniatuur, waar hij ook zat of liep. Dat was een gezegende omstandigheid, zo werd algemeen bevonden.
Daar had ik al geruime tijd een vraagteken bij gezet, maar had er geen duidelijlk antwoord met bewijzen op. Tot enige weken gelden de onderwijzer de kinderen gebood de smathphone voor aanvang van de les in te leveren. Het was op televisie.
Van de 4e tot de 6e klas had ik een joods jongetje, Japie Smaak Loper naast me in de rechts achter staande bank. Hij probeerde mij te weerhouden bij hem af te kijken, wanneer de oplossing van een vraag werd gevraaghd en het antwoord moest worden opgeschreven. Japie was wct mikjn vriendje, maar hij kreeg het knapste meisje van de klas, Miepie Gerritsen, die met haar vriendin Coby Willemsen in de bank links vooraan zat. Wij brachten elke dag de twee meisjes naar het huis in de verwaarloosde Kazernestraat.
Dat was een uitermate prettig contact, waardoor je elkaar eindelijk wat meer leerde kennen en waarderen. Toen ik een poes van Japie kreeg, noemde ik hem Miepsie. Daarna volgden nog Miepsie 2 en Miepsie 3 en Miepsie 4, want ze waren heinneringen en gingen allemaal dood, zoals het herinneringen betaamd. Het was een welkome bijdrage aan de mentalieit van onze samenleving.
Nou blijkt uit de ervaring van de pandemie Corona en de Postcorona met behalve hun koorts bijverschijnselen als Paranoje, een ziekelijk wantrouwen, te hebben, wat erg schadelijk blijkt voor de verhouding tussen de mensen. Dat geeft die mensen het idee dat anderen, zoals de regering met comlotheoriën de macht over jou zouden hebben en hun wil aan jou op zouden leggen. Daar gaat je vfrijheid, want de derde kwaal is “de ontkenning van deze kwalen”. In dat geval hoef je niet aan genezing te denken. Te hopen dat het wel met de zelfherstellende genezing lukt.
Ook van anderen hoor ik, dat ze op hun e-mailbrieven geen antwoord meer krijgen.

FACEBOEK
Moet nog worden gezegd dat dit instrument hetzelfde wordt ‘beoogd”?
Ik krijg elke dag minstens vijf “vriendschapsverzoeken” als e-mail op mijn computer. Ik selecteer die en druk met een kwaad geweten op ‘delete’. Dat ondanks bij elke zending er enige bekende namen bij zitten. Maar mocht je per ongeluk op ‘bevestigen’ hebben gedrukt, dan krikjg je slechts talloze foto’s per e-mail terug, want ook hier geldt: de meesten hebben hjun compyuter inmikddels ngeruild voor de smarthphone, en die heeft zulk een klein toetsenbord dat de foto hooguit gepaard gaat met 2 tot 4 woordjes.
Alles bij elkaar, je ziet wel dat je niet alleen bent op de wereld, maar lijfelijk contact is zo ingeperkt dat meer gevoels- en gedachtenwisseling niet mogelijk is. Ik hanteer als programma voor de contacten tussen mensen (en dieren) de regels VDDSS, Voelen, Denken, Doen, Spreken en Schrijven.
Die noodzaak zult u de komende tijd als noozaak vermeld zien als tegenhanger van de Smarthphone en Facebok, die geen juiste ´Sociale media´ bleken.

 


DRIE VROUWEN

DRIE VROUWEN

Op mijn nieuwe niet te verschijnen boek staan drie vrouwen afgebeeld (afgebeld), te weten: Sandra Bullock, Julia Roberts en Jennifer Lopes. De idealen van milioenen mannen. Je weet wat een ideaaL is: “De onvervulde wens van iemand die hoopte daarmee het welzi jn van de medemens te dienen.”
De schrijver van talloze detectiveromans, Peter Cheney, beelde in elke roman een vrouw uit. Eén van die romans heette zelfs “Een vrouw ziet nergens tegen op”. Nou, dan weet je het wel.
Ik had ook een paar idealen: Esperanto, Anarcho Syndicalisme en de negende van Beethoven ‘Alle mensen werden Brüder’, en de negende van Dvorak ‘De Nieuue Wereld’.
Elk synfonie-orkest zet als slot van het seizoen een van de laatsten uit. Louter om bij te dromen. Mijn vader, moeder, zus Corrie en ik waren Eperantisten. De villa in park Presikhafa naast ons, had elk seizoen de villa afgehuurd voor leerlingn van die ‘wereldhulptaal’ en als ontmoetingslaats van zolang er logeerplaatsen waren voor Eperantisten uit de hele wereld, en kreeg de naam Esperantohuis. Zo kregen wij elke dag één of twee Esperantisten uit Japan, Mexico, India, Italië of welk lnd ook te eten. Was dat leuk! Was. Misschien werden we door ‘rechts’ ingehaald, in elk geval: het ideaal verliep. Ik woon nu alleen in een flat in de Ernst Casimirlaan, de zijstraat van “de Esperantolaan” de vroeger onbekende straat die van de hoofdweg tot over de onbewaakte spoorweg naar het honderd meter verder gelegen Esperantohuis liep. Daar hing ‘vroeger’ de Esperantovlag met de vijfpuntige groene ster uit die alle delen van de wereld met die eenvoudige taal vertegenwoordigde.
Met een snik moet erkennen dat ik deze taal hoopte terug te horen in de Adventkerk en in de nieuwe hemel en aarde waarin gerechtigheid woont.

 


Je miste

SCHRIJVEN kunnen-willen – hopend op antwoord. Wat helaas niet kwam. Dat is toch niet beleefd, terwijl ik hem als een vriendeljk mens ken die je nooit in je hemd laat staan. Google moet uitkomst brengen. En zie: het blijkt dat vele mensen die klacht hebben. Er worden nog al wat oorzaken genoemd. Eén daarvan wil verhelderend zijn: 1. Na de (wereldwijde) epidemie Corona kwam opeens de epidemie Paranoia, toen de epidemie Complotten, en 2. nu zijn we aangeland aan de des- of miscommunicatie, 3. daarna zal volgens de Bijbel de epiemie des- of mis-inormtie komen. Als je dat allemaal zet komen is het einde in zicht. Het is op die wijze een programma voor de wereldgeschiednis. Maar wat hebben wij nu aan die ‘wetenschap’? Als we daarin “geloven” (het kan niet anders), wat staat ons da te doen? We moeten nu eenmaal ‘communiceren’. Je leeft van het contact met je medemensen. ‘Co’ beteent ‘samen’. Je hebt mensen die door hun vak, bijvoorbeeld dokter, agent, voorlichter enz., verplicht zijn je te helpen.. Dus als je zo iemad niet kunt e-mailen, dan ga je hem bellen. Nu maar hopen dat de telefoonlijn niet uitvalt… Of dat je te horen krijgt: “Uw bericht is goed ontvangen en zal worden afgehandeld.” (vervolgens hoor je niets meer). Of “Er zijn nog tien wachtenden vóór U”. Maar e-mailen was zo goedkoop, snel en eenvoudig. Je hoeft geen papier, inkt, envelop en postzegel te kopen en niet naar de brievenbus te lopen. En nou die verdraaide e-mail zonder antwoord. Hij heeft mail wel onvangen. Ik google en lees dat tallozen dezelfde klacht hebben. Maar gelukkig ook de oorzaken worden vermeld. Oorzaken: Weerzin tegen “schrijven”: 1. Paranoia 2. Autist of Introvert zijn 3. Ontleest 4. Ongebruik taal 5. Privatie 6. Geen tijd 7. Niet weten hoe je gevoelens en gedachten kunt formuleren Het komt allemaal neer op onze verslaving aan tv en radio die onze nieuwsvoorziening en ontspanning levert. Tijdroof…. Er is één troost: Als we zo autist worden, dan blijkt uit een tv-film dat we een bijzondere tlent krijgen, bijvoorbeeld knstschilder, tekenaar, componist, musicus, cabaretier, enz.enz. De moeder van de kunst is oefening (baart kunst). Kan het nog?