OPSTANDING
De boeken van Reinder Bruinsma waren tot dusver voor geloofsgenoten bestemd. Hij voerde argumenten aan tegen volgens hem achterhaalde zienswijze over bepaalde Bijbelgedeelten. Zijn nieuwe, dertigste, boek “Ik heb een toekomst” is eindelijk vooral voor buitenstaanders bestemd.
Het zou bij hen de ongeloofwaardigheid kunnen wegnemen over de mogelijkheid van de opstanding van de doden. Deze opstanding is immers nagenoeg bij alle christenen een belangrijk geloofspunt. Zonder dat te aanvaarden is er geen hoop voor de toekomst. De dood zou voor alle mensen en dieren van vroeger, nu en in de toekomst al het einde van hun en je eigen leven zijn. Dus het zo verlangde weerzien met je overleden dierbaren is wel een begrijpelijke wens, maar helaas een onmogelijkheid. De enige troost zou dan zijn dat de mens “over het lijden” heen is.
De overledenen gaan volgens de Amerikaanse zegswijze `van as tot as en van stof tot stof´. Dat zou van toepassing kunnen zijn bij het cremeren of begraven van het lichaam. Hoe dat bij de nooit terug gevonden drenkkelingen en in delen verminkte verongelukten zou moeten plaatsvinden is heemaal geen prettige gedachte. Dat de doden op de laatste dag zullen opstaan ´uit hun graven´, is daarom ongeloofwaardig. Er zijn geen bewijzen voor.
En bewijzen berusten op wetenschap en dat ontbreekt.
Reinder haalt echter in zijn boek van 350 pagina´s voldoende ´wetenschappelijke´ argumenten aan om de aanvaardbaarheid van de opstanding wetenschappelijk te verklaren. Ik heb de lezingen bij het t.v.programma ´De Wereld Draait Door` zover mijn verstand reikt, gevolgd. Het woord ´geloof´ riep daarbij enige weerstand bij mij op. ´Geloof´, zelfs ´geloofsovertuiging´ lijkt immers op ‘twijfelachtige opvatting’ zonder gevoel voor feitelijkheid
Bresje – Wij hebben een t
De boeken van Reinder Bruinsma waren tot dusver voor geloofsgenoten bestemd. Hij voerde argumenten aan tegen volgens hem achterhaalde zienswijze over bepaalde Bijbelgedeelten. Zijn nieuwe, dertigste, boek “Ik heb een toekomst” is eindelijk vooral voor buitenstaanders bestemd.
Het zou bij hen de ongeloofwaardigheid kunnen wegnemen over de mogelijkheid van de opstanding van de doden. Deze opstanding is immers nagenoeg bij alle christenen een belangrijk geloofspunt. Zonder dat te aanvaarden is er geen hoop voor de toekomst. De dood zou voor alle mensen en dieren van vroeger, nu en in de toekomst al het einde van hun en je eigen leven zijn. Dus het zo verlangde weerzien met je overleden dierbaren is wel een begrijpelijke wens, maar helaas een onmogelijkheid. De enige troost zou dan zijn dat de mens “over het lijden” heen is.
De overledenen gaan volgens de Amerikaanse zegswijze `van as tot as en van stof tot stof´. Dat zou van toepassing kunnen zijn bij het cremeren of begraven van het lichaam. Hoe dat bij de nooit terug gevonden drenkkelingen en in delen verminkte verongelukten zou moeten plaatsvinden is heemaal geen prettige gedachte. Dat de doden op de laatste dag zullen opstaan ´uit hun graven´, is daarom ongeloofwaardig. Er zijn geen bewijzen voor.
En bewijzen berusten op wetenschap en dat ontbreekt.
Reinder haalt echter in zijn boek van 350 pagina´s voldoende ´wetenschappelijke´ argumenten aan om de aanvaardbaarheid van de opstanding wetenschappelijk te verklaren. Ik heb de lezingen bij het t.v.programma ´De Wereld Draait Door` zover mijn verstand reikt, gevolgd. Het woord ´geloof´ riep daarbij enige weerstand bij mij op. ´Geloof´, zelfs ´geloofsovertuiging´ lijkt immers op ‘twijfelachtige opvatting’ zonder gevoel voor feitelijkheid