HERDENKING BEVRIJDING INDIË

Donderdag 15 augustus ’s avonds om 10 voor 7 toch maar even naar de Sawa Belanda (rijstveldje Nederland) in parkje Sacre Couer naast mij gegaan. Er stonden al vijf auto’s onder de bomen. Aan de oever van de vijver voor de zes bankjes speelde een groepje van vijf musici een rustig muziekje; een koortje van acht zangeressen en één zanger zongen een slepend liedje, zich begeleidend met armbewegingen alsof ze een kindje wiegden.
Op en achter en voor vier van de bankjes in een halve kring zaten en stonden intussen ongeveer tweehonderd op Frans en Marianne gelijkenden elkaar hartelijk te begroeten of kennis te maken. Ik liep op het pad er langs en zette onder de boom daar mijn rollator op de rem en ging erop zitten in afwachting van de gebeurtenissen. Een wat oudere mnan die mij erg bekend voorkwam, kwam naar mij toe en heette mj welkom. Hij leek een ‘host’.
De twee bankjes aan het pad leven leeg en daartussen stond een microfoon opgesteld. Een meneer sprak een welkomkswoord en vertelde de bedoeling van de bijeenkomst. Ik weet nog niet de volgorde van de te herdenken vrijheid. Eerst Inië, daarna Nederlands Indië, toen Indonesië, daarna bezet door Japan en tenslotte dankzij twee atoomommen op Hiroshima en Nagasaky met ontelbare dodelijke slachtoffers, “de” bevrijding.
Er kwamen nog vier sprekers en een spreekster. Te zien hoe zij worstelden met het geluid van de microfoon, de dame gaf het voor gezien en ging niet achter maar vóór de microfoon staan, hopend op haar heldere stem. Allen oogsten een dankbaar applaus.
De ceremoniemeester vroeg en kreeg de twee minuten stilte. Daarna mochten mensen hun meegebrachte bloemen of bloemstukken leggen op de marmeren pagina, twee bij drie meter, waarvan er zeven om de vijver stonden, met ingebrande tekst van een verhaal in elk.
Toevallig zat ik er net naast om dat van dichtbij te aanschouwen. Het gebeurde allemaal in doodse stilte.
Toen werd tot mijn verbazing, het Wilhelmus gezongen en daarna het slotwoord gesproken. Aarzelend stonden de zittenden op en namen afscheid van hun oude en nieuwe bekenden.
Verscheiden kwam naar mij toe, en één vroeg mijn boek dat zij had, te signaleren. Nog meer belangstellenden naar mij volgden en… zie daar: Wallie, mede bezoeker Adventkerk. Met hem samen nog meer kennissen gemaakt. De oudere man die mij had verwelkomd nam nu afscheid van mij en zei dat hij mij kende van het gemeentehuis waar hij tegelijk met mij het lintje ontving. Hij had het speldje op, wat het bewijs was dat hij het lintje thuis had. Je moest het lintje na het overlijden inleveren, merkwaardig genoeg.
Wallie ging met mij mee naar huis voor een kop koffie. Wij vertelden elkaar onze ziektegeschiedenis in het licht van ons geloof, waar hij het nog wat moeilijk mee had. Ik zei dat hij niet besefte dat hij toch gelovig was.
Hij loste tegelijk even mijn raadsel op dat Frans een soort samenvatting was van Fredericus.
Mijn vader had met anderen ingestemd met de vaststelling dat het Indische volk als een zachtaardig volk bekend stond. Toen Wallie bij zonsondergang om negen uur vertrok, was deze vaststelling voor mij nog meer duidelijk.

Piet