LEG OP Jeudclub Plattenburg 1945-1970

Leg op, leg op, leg er nog een schepje boven op (10x) vervolgens Hoog op de gele wagen rijd ik langs berg en dal, hoor ik de kleppers draven, luid klnikt het hoorngeschal, water en wouden en weiden, zo prachtig en wijd en zijd, ik kan van uw schoon haast niet scheiden, maar ’t gaat voorbij-ij voorbij (2x).
Met dit luidkeels gezongen lied uit de zangboek Jan Pierewiet, kondigde de Jeugd en wandelclub LEG-OP (Lichamelkijke En Geestelijke Ontwikkelingslub Plattenburg) om 8 uur ’s morgens het begin van hun wandeltocht door de omliggende bossen aan. De meisjes en jongens liepen in rijen van twee of drie en toonden trots dat zij hoe keurig gedisciplineerd
zij in rijen van twee of drie liepen.

De jeugdclub was door de jeugd van tussen 10 en 15 jaar zelf, met enige hulp van de ouders en wat vrijgezellen, opgericht. Het hoofdmotief was de natuurbeleving. Maar behehalve wandelclub was het ook een voetbalclub die mee ging doen aan de straatvoetbalcompetitie van Ome Joop Legerstee uit de binnenstad, die zijn vader de tweedehands boekenwinkel in de Nieuwstad had, op zijn raam stonden de uitslaen van die competitie. Ik was bevriend met Joop en kreeg door zijn ervaring allemaal tips. De competiewedstrijden werden gespeeld op het Ronde Weitje in Sonsbeek en Joop was de scheidsrechter. Hij wist nog niet dat roken schadelijk was en stierf veel te jong aan longkanker. Het gevolg was dat de competitie werd voortgezet op het speelveldje van Presikhaaf, de thuisbasis van Legop. Wim Troepee was de scheidsrechter. Bij afwezigheid deed Theo Bosveld van Vitesse dat. Hij werd later bekend bij de praatgroep op de tv over voetbal. Het speelveldje vóór het Esperantohuis was door de jongens en meisjes geégaliseerd.

Maar niet alleen wandelde en voetbalde Legop, een van de ouders, de smid Woudt aan de Schaapsdrift schonk zijn schuur als clubhuis. De kinderen kwam met oude tafels en stoelen en richtten die schuur in. Door de verschillende activiteiten als gymnastiek was dat niet genoeg. Tussen de oude en nieuwe huizen
atond een leeg accugebouwtje. Een buurtbewoner schonk die aan Legop. De leden namen ook daar huisraad mee en spelletjes, dam- schaakborden, een sjoebak en speelkaarten. Er was altijd wat te doen. En een buurvrouw zorgde voor een kopje thee of glaasje limonade. Rudie Bos werd pennigmeester en hield alle inkomsten en uigaven bij.

Jonan Monhemius die niet snugger genoeg was om de J uit te kunnen spreken en zich dus als Nonan voorstelde, werd toch het bekendste lid. Hij was een nieuwtjesjager die snel wist waar wat voor de club te halen viel. Bijna elke dag was hij bij mij aan de deur om dat te melden. Maar ik was op mijn drukkerijtje in Klarendal en mjn vader was tuidswerker maatkleermaken die of achter de naaimachine zat of me gekruisde beken op de kleermakerstafel zat. Die waren beide in de hoek van de slaapkamer boven. U begrijpt het al: Als moeder boodschappen deed moest hij steeds, als er werd gebeld, naar beneden om de deur open te doen. En wie stond daar vaak: Nonan.
Die bedrijvenheid werd dus een beetje lastig.
Maar Legop moest ook een clubblad hebben. En die taak was mij bedeeld. En daar was Nonan weer. Hij bracht het op Plattenburg rond.

Maar we zongen al: hetb gaat voorbij-ij, voorbij.

Piet