NACHTBOEK – GELACHEN
In tijden niet zo gelachen als vannacht.
Door de wekenlange voorbereiding van de viering van mijn honderdste verjaardag, zowel in huis als in de kerk van de ZdAdventisten, had ik wekenlng niet slapen. De vieringen waren onwaarschijnlijk goed geslaagd. En nu kon ik opeens beter slapen.
Dat bracht ook mee dat ik vaak droomde. Zowel afwisselend leuke dromen als nachtmerries.
Zo had ik vannacht weer eens koude tenen. Anders smeerde ik ze dan in met bodycrême, maar die kon ik nu nergens meer vinden. Na lang zoeken vond ik eindelijk een alternatief: een kleine tube zeer sterke lijm’.
Hoe ik erop kwam, smeren is smeren, dus deed ik het dopje eraf en begon de vuurrode koude tenen met die lijm in te smeren. Aldoende begon ik te lachen dat ik zo stom was ze met die lijm in te smeren. Ik zou die tenen immers nooit meer van elkaar krijgen! Toch bleef ik ze insmeren totdat ik weer in slaap viel.
En nu, de dag erop, herinnerde ik de wijze raad: positief denken. Elke bal heeft twee kanten, een binnenkant en een buitenkant. Ik besloot dat het een geweldig voordeel was dat ik kon dromen, dus ik ging me die droom herineren en annaliseren ten gunstie van mijn geheugen waaraan ik me de laatste tijd steeds meer aan de kwaliteit ging twijfelen. En zie, daar herinnerde ik mij die droom van mijn tenen die ik met lijm insmeerde. En volgens die goede raad zag ik er het allerbeste ervan in, en dus ging ik me niet schamen over zoveel domheid, maar geweldig lachen over de domheid van mensen in het algemeen en mij in het bijzonder.
Nou nog beseffen dat alles eenmaal goed komt. Ik ben ook in dit opzicht niet alleen.