Adventgemeente Arnhem in de wereld

Onze Marga,

Jij bent met Marianne het zusje dat ik van je geboorte ken en je nu met moed durft te schrijven. Jammer dat jij secretaresse Tabitha als postvakadres hebt om jou te schrijven. Daarmee devalueer jij haar als iemand zonder mening. Zij is best slim en stelde haar gezin aan mij voor en schreef welk beroep zij had. Heel modern en ingewikkeld, net als Jisvi zo een heeft.
Jammer dat de ouderlingen of wie ook, zich niet aan de vier nieuwe bezoekers voorstelden. Ik kreeg ze nu (als oudste) naast mij en Bart en nu ook Frans, welke laatste zei dat Marianne thuisbleef, omdat zij, behalve ontstoken knie en kramp in de vingers, nu ook last had van ‘de vrouwendingens’. Frans at zijn boterhammetje naast mij.
Heb jij voorzitter Rob de Raad en schrijver Reinder Bruinsma gelezen in Advent? Ze schreven dat de onbeschofte crimineel Trump door bijna alle christenen in Amerika tot president gekozen was en de Adventisten hem zelfs aan de meerderheid hielpen. Zij werden uit hun diepe slaap wakker geschud door de feiten, waardoor ze als blinden zienden werden en met miljoenen de straat op gingen om tegen Trump te protesteren. Je kunt de wereldwijde Adventkerk met zijn vijfentwintig miljoen leden nu moeilijk meer ‘de profetische Adventgemeente’ noemen.
Rob en Reinder adviseerden nu elke plaatselijke Adventgemeente hun eigen verantwoordelijkheid te nemen, opdat zij toch aan de boodschap voldoen die luidt: “Hier zijn zij die de geboden Gods bewaren en het geloof in Jezus”.

Piet


DAKLOOS

Geliefde zusters,

Hoe was de dienst in Apeldoorn? Wij mistten daardoor inderdaad jullie, Frans, Toine (Marion?), Harrie, Eliane en het gezin van Thabitha. Misschien schrijft Marianne me wel weer.
Mijn automaatje Jurgen moest door de zandbak en over de stoep rijden om bij mij te komen. Hij bracht mij tot de kerkdeur. In de hal kwam een man met een zwaar pak op zijn schouders en met de jas aan en een capuchon en muts op zonder goeiedag te zeggen zo de kerkzaal binnenstappen en ging op de plaats zitten waar ik gewoonlijk zit. Ik dacht even dat hij de koffiekopjes kwam brengen.
Ik tikte hem op de rug en zei dat hij hier ook best de jas kon uittrekken. Hij deed het en legde zijn kleding op de stoel naast hem, zodat ik de rest van de dienst tegen een volkomen kaalglad hoofd zat te kijken er tussengenomen door Eline, Seraja en links Bart die tijdens de preek naar de koffiekamer ging omdat hij met Astrid de kofiedienst had.
Een vrijmoedige dame van ongeveer 2 jaar ging naar de man vóór me toe en keek hem aandachtig aan. Zolang tot de man haar oppakte en op de stoel naast hem zette. Ze bleef hem aankijken, totdat hij zijn telefoontje pakte en haar en zichzelf spelletjes liet zien. Dat allemaal vlak voor mijn neus. Ik zei tegen hem: laat de kinderkens tot mij komen. Ik kreeg pijn in mijn nek als ik probeerde langs hem naar de predikant te zien. Die had het over de Sabbat, welke preek ik 2 weken tevoren bij Fcus had gehoord. Niks geen dreigende 3e wereldoorlog. De 22-jarige jongen uit Bennekom zat ijverig de citaten in de Bijbel na te lezen en te noteren. Is hem al een begeleider voor de Bijbelles aangeboden?
Na de zegen, waarbij de man vóór mij zijn handen ophief, kwam het Zuid Afrikaanse echtpaar hem de hand geven en het was of zij elkaar al heel lang kenden. 
Rudie die de dienst uitstekend leidde, kwam op weg naar de deur de predikant aan mij voorstellen en zei dat ik 100 jaar was. Dus bleef de predikant lang naast mij koffie drinken die Seraja bracht. Ik complimenteerde hem met de preek en zei dat ik die nog beter had kunnen verstaan als hij een klein microfoontje op zijn jas had. Hij zei dat elke gemeente die moest kopen.
Toen Magda hem de hand ging geven, kwam een mij heel onbekend Indisch meisje van tussen de 20 en de 30 jaar naast me zitten en hadden we een aardig gesprek tot 1 uur toen ik op de stoep moest zitten wachten op Automaatje, die me langs een betere weg langs het stationnetje Presikhaaf weer thuisbacht. Als ik het goed verstond heette het meisje Engelien. 
Er komen nog bijna elke dag mensen naar mijn bankje in het barkje vragen of ik Piet ben. Een enkele voor een handtekening in mijn boek.
Nou, knapperds, dat was mijn Sabbat. Zo God wil tot volgende Sabbat maar weer. 

Liefs en Gods zegen van jullie

Piet

PS: De medewerk(st)ers aan de nieuwsbrief een groot compliment.
Ik zou het niet kunnen!