WIJSHEID

Van vragen word je wijs. Ook als er geen antwoord komt?
Wie was er het eerst, de kip of het ei? Daar kan je heerlijk over redetwisten. God is de Schepper van al wat is en leeft, dus ook van het ei. Maar dat moest worden uitgebroed, dus schiep Hij de kip.
Het is net zoals met de verschijnselen van de eindtijd. De meesten die daarover worden gevraagd, zeggen het zal mkjn tijd wel duren, ik zal het wel zien. Mits zei iet horen tot de ontkenners, die zeggen dat het allemaal maar bangmakerij is van complottisten om jou onder hun macht te brengen, dus niet waar.
Maar de bossen, die de stikstof moeten neutraliseren en ons zuurstof moeten geven, branden meer en meer af en de hitte wordt steeds groter en wereldverspreider, waardoor er grotere droogte komt die ons groen sneller doet verbranden.

Wat blijft er over van de voorspelling dat de wereld eenmaal vergaan zijnde door water (de zondvloed) en tenslotte zal vergaan door vuur? Meer geloofwaardig worden bevonden?
God heeft dat in de Bijbel voorspeld. Dus God bestaat. Als Hij alle macht over hemel, aarde, mens en dier heeft, waarom zou hij dan niet die voorspelling teniet doen en zich alleen aan die voorspelling houden die zegt: “Zie, Ik schep een nieuwe hemel en aarde waarin gerechtigheid woont”.
Met Zijn macht kan hij ook het geloof van de mensen veranderen die zeggen, dat je pas gelukkiger word als je in geweld gelooft waarmee je de vijand moet vernietigen. Israel en Hamas en Rusland en Oekraïne moeten elkaar dus vernietigen ten koste van miljoenen mensenlevens, kinderen en ouden van dagen. En wie voert dat vernietigen uit? Wie maken die wapens daarvoor? De burgers van die landen.

Ik moest in mijn 19e jaar opkomen voor militaire dienst. Eerst me in de Weimarkazerne laten inschrijven, daarna me gezond laten keuren. Ik zag een groot aantal jongens in de kazerne om zich in te laten schrijven. Ik zei tegen één van hen dat ik de dienst weigerde. Er kwamen steeds meer jongens naar me toe om me de hand te drukken en zeiden ïk wou dat ik het look durfde”. Ik zei dat het geen kwestie was van durven maar van gehoorzamen. De wet van de regering gehoorzamen of de wet van God dat in het zesde gebod zegt: “Gij zult niet doden”?
Toen ik werd binnen geroepen zaten vijf officieren voor me aan een lange tafel. Ze ondervroegen me en noteerden de antwoorden. Omdat zij van mij een niet verwacht antwoord kregen, vroegen zij om de beurt steeds meer naar mijn motieven. Op het laatst wist ik geen antwoord op de vraag of ik mijn moeder die werd aangerand niet met geweld zou verdedigen. Ik zei toch dat de wet van God de juiste was en moest worden gehoorzaamd, hoe onlogisch dat ook leek. Ik was moedeloos over het door hen niet aanvaarden ervan en mijn onvermogen mijn standpunt goed te verdedigen. Het enige wat er te zeggen viel was dat ik hoopte dat God mij in dat geval zal ingeven wat ik doen moet.
Een paar dagen later ontving ik het antwoord van het Ministerie van Oorlog in Den Haag. Ik moest daar mij verantwoorden. Na een korte ondervraging kreeg ik de mededeling dat ik een brief zou ontvangen met een oproep mij in het werkverschaffingskamp Vledder in Drenthe moest melden voor de tewerkstelling daar. Met honderd andere jongens daar en in andere werkkampen deed ik o.a. oogstwerkzaamheden voor de boeren, het bosonderhoud voor het Rijk, en als leerlingverpleger in de Rijkspsychiatrische Inrichting te Woensel. De mooiste vier jaren van mijn leven. Daarna had ik geen moeite werk te vinden voor mijn onderhoud.