Nasleep spannend weekend
Dagboek 21-2-24
Vandaag ging de gemeentelijke begeleidster Jasmijn, in haar auto met mij als elke week boodschappen doen. Ik kon eerst aan haar mijn ‘nogal’ schokkende belevenissen van het afgelopen weekend kwijt met mijn commentaar. Daar was weinig op te zeggen, behalve enig medeleven. Het luchtte mij op en ik kreeg mijn gevoel van humor weer terug. Je moet toch samen wat te lachen hebben? Maar de eerste die we tegen kwamen was de vrouw van Toon Jager, die mij vroeg of ik van Toons overlijden gehoord had. Ik had dat al eerder van een dame gehoord, maar toen wist ik niet meer dat het Toons vrouw was die nu weduwe is. Zij wandelde met haar (was ‘hun’) hond  in het parkje Sacre Couer waar ik haar ontmoette. Toon was het jaar eerder dement geworden zoals elke vijfde mens. Wij voetbalden samen in ESCA (Enka Sportclub Arnhem) op Het Lange Water Arnhem (voor het geval dat er nog overlevenden zijn die dit lezen). Wij hebben niet eens beschietingen of bombardementen nodig om te sterven. Het gaat vanzelf wel, ondanks het nooit heemaal went. Misschien ben ik de enige oudclubgenoot van Toon. Overbuurvouw Els kwam met de rouwadvertentie aan waaruit viel op te maken dat de vrouw van Toon het huis, waarin zij samen veertig jaar hadden gewoond, in de verkoop zette en de kinderen dat bedrag erfden. Trek zelf je conclusies.

Ik wens zijn weduwe veel troostrijke gedachten en herinneringen toe. Toen kreeg ik van haar het lichte verwijt dat zij en Toon toch bij de uitreiking waren van mijn boek door de wethouder in de stadsbibliotheek in de Mariënbrgstraat?

Nasleep spannend weekend
Dagboek 21-2-24
Vandaag kwam de gemeentelijke begeleidster Jasmijn met mij als elke week boodschappen doen. Ik kon eerst aan haar mijn belevenissen van het afgelopen weekend kwijt met mijn commentaar. Daar was weinig op te zeggen, behalve enig medeleven. Het luchtte mij op en ik kreeg mijn gevoel van humor weer terug. Je moet toch samen wat te lachen hebben? Maar de eerste die we tegen kwamen was de achterbuurman van Toon Jager, die mij vroeg of ik van diens overlijden gehoord had. Ik had dat al van Toons vrouw gehoord die met haar (was ‘hun’) hond mij in het parkje Sacre Couer ontmoette. Toon was het jaar eerder dement geworden zoals elk vijfde mens. Wij voetbalden samen in ESCA (Enka Sportclub Arnhem) op Het Lange Water Arnhem (voor het geval dat er nog overlevenden zijn die dit lezen). Wij hebben niet eens beschietingen of bombardementen nodig om te sterven. Het gaat vanzelf wel.
Met Jasmijn, op haar aanbevelen, na het doen van boodschappen, langs de Rijn vanaf Westervoort naa de binnenstad van Arnhem gereden. Die had ik in tientallen jaren niet gezien. Ik wilde weten wat daar aan woningen, gebouwen, werkplaatsen en straten waren gesloopt en bij gekomen, want net als het leven van de mens is net als het leven van een stad: een komen en gaan. Jijzelf bent daar deel van. Vergeefs gezocht naar de Oeverstraat 40 gezocht waar de uit hout bestaande boekbinderij vam Gerard van Dalen stond. Omdat ik niet voldoende hersens had om na mijn veertiende jaar op ULO, HBS, Gymnasium enz. door te leren, moest ik een vak leren. Mijn vader (beste kleermaker bij kledingzaak Van Dijk&Witte aan de Rijnstraat) zei: met een vak ben je altijd onder dak. Ik heb het geweten. Die vier jaren waren de verdrietigste en slechtste jaren van mijn leven. Ik had me beloofd eens op die plek te spugen.
Natuurlijk was die smerige binderij er niet meer. We konden niets eens daar door die nauwe straatjes koen. Maar met al die nog bestaande structuur en gebouwen tot twintig verdiepingen hoog, schonk het terug zien en het nieuwe zien enige genoegdoening.

Dagboek 19-2-24
Weekende wel…
Had van de ZdA-Arnhem bericht gekregen dat Sabbat 17-2-24 de speciale dienst zou zijn met voetwassing en Heilig Avondmaal.
Gewoonlijk begint de dienst met de Sabbatschool om 10.00 uur en vevolgt daarna om 11.00 uur de predikdienst en daarna nu niet om 12.00 uur de zgn ‘koffiedienst’. Dat bleek voor mij enige aanpassing nodig van de tijden vervoer door de chauffeur van ‘Auotmaatje’, de vrijwilligersdienst van de stad. Ik bestelde twee dagen van tevoren twee ritten, één om 10.45 van huis naar de Adventkerk Parkstraat 46, de tweede om 13.15 uur van de kerk naar huis. Op zich al moeilijk genoeg, want stel je eens voor dat die automaatchauffeur of ik in die twee dagen tevoren griep krijgen of kiespijn. Noch Automaatje noch de chauffeur zijn op die dag niet te bellen en ik kan met die wijziging niet twee dagen te laat komen.
Nog erger: die chauffeur (kan ook chauffeuse zijn) haalt mij om 13.15 uur uit het koffiehonk, waar hij elke week een kopje koffie mee drinkt, en ziet daar niemand op hem wachten. Ik heb een overdosis verantwoordelijkheidsgevoel (één woord), dus wil ik iedereen opbellen die misschien een oplossing voor dit vraagstuk heeft. Helaas heb ik mijn smartphone niet bij me om te zien of naam en i-phonenummer voor de eerste keer van mijn en zijn/haar leven is te bereiken.
Het enige voordeel daarvan is dat die derde dienst niet door ging. Mijn kortetermijnsgeheugen i niet je dat meer, zodat ik helaas dat gat niet kan invullen. Dus de volgende keer in mijn website het gevolg waar ik zeer benieuwd naar uit zie.
Wel constateer ik thuis enige vermoeidheid die niet over lijkt te gaan. Dus op de hoek van de bank zitten prakkizeren hoe ik daarvan af kom en hoe laat ik nu moet eten en me tegenover mijn geloofsgenoten moet verontschuldigen voor mijn indringende verzoeken mij olp de hoogte te stellen van de bijzonderheden van de komende dienst om mij te kunnen voorbereiden.
Er was die avond geen film met Sandra Bullock, die zou laten zien hoe je liefde in je leven toe laat. Slapen deed ik de laatste weken toch niet en de volgende morgen na enige suffen toch wakker worden met onbehoorlijke druk midden op de borst en pijn beneden in de keel wat mij deed herinneren aan mijn vier jaren tuberculose in Sanatorium Oranje Nassaus Oord in Renkum waar reservekoningin regentesse Emma vroeger eenzaam huis hield. In hoeverre ik na mijn bevordering middels lintje en bijschrift tot de Orde van Oranje Nassau familie behoor, wil ik dat toch eens uitzoeken. Maar dat drukte mij niet zozeer, wel de a.s. manier van sterven, waarvan ik zoon Peter en dochtert Seraja in elk geval wilde laten kennis nemen, hoewel die het aanstellerij zouden vinden. Niettemin heeft Seraja een auto en Peter een fiets en  reservesleutel van mjn flat, zodat hij als gewoonlijk zonder aankondiging komt binnen stormen alsof er nooit iets is gebeurd.
Seraja de plantjes en bloemen uit de achterstalligheid halen en Peter mij vertellen van zijn laatste belevenissen op het gebied van zijn ziekten euma en artrose. Daarna verdwenen zij met enige voldoening, neem ik aan, van beide zijden. Pa leeft nog en iedereen heeft wel eens druk op de borst en keel.
Nu eens niet een handjevol slaaptabletten, maar slechs eentje met een paracetamolletje, en ziedaar, ik leef nog en wandelde vanmiddag, maandag 19-2-24, tussen 3 en 4 uur door het parkje of er volgens de mensen daar niets was gebeurd.
Niet te hard juichen jongen. Er zit nog iets. De overbuurvrouw komt met de advertentie van de vrouw van een vroegere speler van mijn elftal ESCA met het overlijdensbericht van haar man.
Aan alles komt een eind. Ik ontmoette hem elke dag in het park waar hj zijn hond Joep uit liet. Nu doet zijn vrouw dat. Vergeef ons onze fouten.

 

Ik wens zijn weduwe veel troostrijke gedachten en herinneringen toe. Toen kreeg ik van haar het lichte verwijt dat zij en Toon toch bij de uitreiking van mijn boek door de wethouder in de sytadsbiblioptheek in de M
Nasleep spannend weekend
Dagboek 21-2-24
Vandaag kwam de gemeentelijke begeleidster Jasmijn met mij als elke week boodschappen doen. Ik kon eerst aan haar mijn belevenissen van het afgelopen weekend kwijt met mijn commentaar. Daar was weinig op te zeggen, behalve enig medeleven. Het luchtte mij op en ik kreeg mijn gevoel van humor weer terug. Je moet toch samen wat te lachen hebben? Maar de eerste die we tegen kwamen was de achterbuurman van Toon Jager, die mij vroeg of ik van diens overlijden gehoord had. Ik had dat al van Toons vrouw gehoord die met haar (was ‘hun’) hond mij in het parkje Sacre Couer ontmoette. Toon was het jaar eerder dement geworden zoals elk vijfde mens. Wij voetbalden samen in ESCA (Enka Sportclub Arnhem) op Het Lange Water Arnhem (voor het geval dat er nog overlevenden zijn die dit lezen). Wij hebben niet eens beschietingen of bombardementen nodig om te sterven. Het gaat vanzelf wel.
Met Jasmijn, op haar aanbevelen, na het doen van boodschappen, langs de Rijn vanaf Westervoort naa de binnenstad van Arnhem gereden. Die had ik in tientallen jaren niet gezien. Ik wilde weten wat daar aan woningen, gebouwen, werkplaatsen en straten waren gesloopt en bij gekomen, want net als het leven van de mens is net als het leven van een stad: een komen en gaan. Jijzelf bent daar deel van. Vergeefs gezocht naar de Oeverstraat 40 gezocht waar de uit hout bestaande boekbinderij vam Geard van Dalen stond. Omdat ik niet voldoende hersens had om na mijn veertiende jaar op ULO, HBS, Gymnsium enz. door te leren, moest ik een vak leren. Mijn vader (beste kleermaken bij Van Dijk&Witte) zei: met een vak ben je altijd onder dak. Ik heb het geweten. Die vier jaren waren de slechtste jaren van mijn leven. Ik had me beloofd eens op die plek te spugen.
Natuurlijk was die smerige binderij er niet meer. We konden niets eens daar dor die nauwe straatjes koen. Maar met al die nog bestaande structuur en gebouwen tot twintig verdiepingen hoog, schonk het terug zien en het nieuwe zien enige genoegdoening, behoudens het verlies van emotie

Dagboek 19-2-24
Weekende wel…
Had van de ZdA-Arnhem bericht gekregen dat Sabbat 17-2-24 de speciale dienst zou zijn met voetwassing en Heilig Avondmaal.
Gewoonlijk begint de dienst met de Sabbatschool om 10.00 uur en vevolgt daarna om 11.00 uur de predikdienst en daarna nu niet om 12.00 uur de zgn ‘koffiedienst’. Dat bleek voor mij enige aanpassing van het vervoer door ‘Auotmaatje’, de vrijwilligersdienst van de stad. Ik bestelde twee dagen van tevoren twee ritten, één om 10.45 van huis naar de Adventkerk Parkstraat 46, de tweede om 13.15 uur van de kerk naar huis. Op zich al moeilijk genoeg, want stel je eens voor dat die automaat en ik in die twee dagen tevoren griep krijgen of kiespijn. Automaatje de chauffeur zijn op die dag niet te bellen en ik kan met die wijziging niet twee dagen te laat komen.
Nog erger: die chauffeur (kan ook chauffeuse zijn) haalt mij om 13.15 uur uit het koffiehonk, waar hij elke week een kopje koffie mee drinkt, en ziet daar niemand, inclusief mijzelf, op hem wachten. Ik heb een overdosis verantwoordelijkheidsgevoel (één woord), dus wil ik iedereen opbellen die misschien een oplossing voor dit vraagstuk heeft. Helaas heb ik mijn smartphone niet bij me om te zien of naam en i-phonenummer voor de eerste keer van mijn en zijn/haar leven is te bereiken.
Het enige voordeel daarvan is dat die derde dienst niet door ging. Mijn kortetermijnsgeheugen i niet je dat meer, zodat ik helaas dat gat niet kan invullen. Dus de volgende keer in mijn website het gevolg waar ik zeer benieuwd naar uit zie.
Wel constateer ik thuis enige vermoeidheid die niet over lijkt te gaan. Dus op de hoek van de bank zitten prakkizeren hoe ik daarvan af kom en hoe laat ik nu moet eten en me tegenover mijn geloofsgenoten moet verontschuldigen voor mijn indringende verzoeken mij olp de hoogte te stellen van de bijzonderheden van de komende dienst om mij te kunnen voorbereiden.
Er was die avond geen film met Sandra Bullock, die zou laten zien hoe je liefde in je leven toe laat. Slapen deed ik de laatste weken toch niet en de volgende morgen na enige suffen toch wakker worden met onbehoorlijke druk midden op de borst en pijn beneden in de keel wat mij deed herinneren aan mijn vier jaren tuberculose in Sanatorium Oranje Nassaus Oord in Renkum waar reservekoningin Emma vroeger eenzaam huis hield. In hoeverre ik na mijn bevordering middels lintje en bijschrift tot de Orde van Oranje Nassau familie behoor, wil ik toch eens uitzoeken. Maar dat drukte mij niet zozeer, wel de a.s. manier van sterven, ewaarvan ik zoon Peter en Seraja in elk geval wilde laten kennis nemen, hoewel die het aanstellerij zouden vinden. Niettemin heeft Seraja een auto en Peter een reservesleutel van mjn flat, zodat jij als gewoonlijk zonder aankondiging klomt binnen stormen alsof er nooit iets is gebeurd.
Seraja de plantjes en bloemen uit de achterstalligheid halen en Peter mij vertellen van zijn laatste belevenissen op het gebied van zijn ziekten. Daarna verdwenen zij met enige voldoening, neem ik aan, van beide zijden. Pa leeft nog en iedereen heeft wel eens druk op de borst en keel.
Nu eens niet een handjevol slaaptabletten, maar slechs eentje met een paracetamolletje, en ziedaar, ik leef nog en wandelde vanmiddag, maandag 19-2-24, tussen 3 en 4 uur door het parkje of er volgens de mensen daar niets was gebeurd.
Niet te hard juichen jongen. Er zit nog iets. De overbuurvrouw komt met de advertentie van de vrouw van een vroegere speler van mijn elftal ESCA met het overlijdensbericht van haar man.
Aan alles komt een eind. Ik ontmoette hem elke dag in het park waar hj zijn hond Joep uit liet. Nu doet zijn vrouw dat. Vergeef ons onze fouten.