Alleen op de Wereld

Alleen op de wereld

Hector Malot (Niet Malloot) schreef de bestseller in de jaren 1935-1950.
Het sloeg in, vooral bij de kinderen. Het is ook zielig, dat Remie bij de bewustwording dat hij leefde, maar merkte dat hij geen ouders, broertjes, zusjes of vriendjes had. Het is voor ons best voor te stellen nu we met al die malloten om ons heen moeten leven.
Ik vermijd hier zorgvuldig het woord “waanvoorstellingen’, omdat die geestelijke ziekte officieel de beladen naam “Paranoia” draagt. Mensen die dat hebben worden voortdurend belaagd met de idee dat de buurman en de melkboer en de hele wereld de opdracht hebben hem te bespioneren om aan anderen te verklappen dat jij niet goed bij zijn verstand is. Hij houdt ook de gordijnen dicht omdat een of andere halfgare glazenwasser bij hem steeds naar binnen kijkt om zijn ondergoed te bewonderen. De televisie en de computer weg gedaan. Om nog maar van de door mij gememoreerde desinformatie te zwijgen. En nu maar hopen dat je een grootmoedertje hebt met wederzijdse liefde die je uit het slop haalt en naar de werkelijkheid terugbrengt.
Daar aangekomen slaat de schrik je opnieuw toe. Jij bent genezen, ook van je ogen die gesloten waren voor de huidige land- en wereldtoestand. De waanvoorstellingen bleken net zo besmettelijk als dezelfde ziekte, nu met de verbloemende mooie naam Paranoia. Dankzij de wereldwijde nieuwsvoorzieningen werd iedereen op aarde voorzien van sprookjes waarin arme sloebers, koningen en keizers zich wanen. In Amerika weet ene criminele Trump zich als enige geschikt om het rijkste land ter wereld te leiden en ze daar te vertellen hoe ze nog rijker kunnen worden. En onze eigen Wilders van de Partij Voor de Vrijheid weet zeker dat hij met zijn grootste partij van alle partijen de kwaal van de vervuilende overbevolking de baas kan worden. Alleen de kleine nietige partijtjes, die het onderling ook niet eens zijn, tonen aan dat hij met zijn PVV juist alle ellende op de hals haalt, omdat die asyl zoekende luie buitenlandse opvreters de plaats innemen van de bloedeigen vlijtige, ijverige Nederlanders die juist de economie die op instorten stond, konden herstellen.
Mocht je nog neutraal zijn, zie dit nog maar allemaal aan als een spannende voetbalwedstrijd waar ze elkaar weliswaar steeds pootje haken om de tegenpartij, die jouw club niet is, wil laten degraderen, zodat de spelers bij moeder thuis lof of vermaning krijgen.
Die trainer deugde trouwens ook niet, om van de scheidsrechter maar te zwijgen.

 


Ggeheelonthouding Esperanto

Geheelonthouding
BONDSLIED
Van de NGOV (Ned.Geh.Onth.Ver.) en/of de
afdeling JVO (Jeugdbond voor Onthouding)

Aan ’t werk kameraden, maakt sterk onze Bond,

Wij willen geen alcoholvreugd,

strijd mee voor een veilige jeugd,
Wij zoeken de makker die fris en gezond,
van het stralende leven geniet.
Al rukken ook drommen van vijanden aan
en drukken ons hevig in ’t nauw,
wij heffen omhoog onze heldere vaan
en blijven haar eeuwig getrouw!

Mijn ouders hadden het oog voor de kwalen in de maatschappij en sloten zich aan bij de Geheelonthoudersvereniging en de Esperantobeweging. Hele gezinnen werden kapot gemaakt door de alcoholhoudende drank en oorlogen ontstonden doordat de volken elkaar niet begrepen door de verschillende talen.
Dus sloten onze socialistische gezinsleden, vader, moeder, dochter Corrie en zoon Piet zich aan bij de geheelonthoudersvereniging en de Esperantobeweging. Toen Corrie 14 werd kwam ze bij de Studenten Geheelonthouders, en ik, Piet, twee jaar later, op mijn veertiende jaar bij de JVO, Jeugdbond Voor Onthouding.
De leidster van de Arnnhemse afdeling JVO was de 28-jarige Dinie Burgers, lid van de volwassenen van de Geheel Onthouders Vereniging.
Dinie woonde bij haar ouders in een bovenhuis boven het poortje van de Borgardijnstraat. Twee deuren naast elkaar. De rechterdeur was van het benedenhuis, de linkerdeur van het bovenhuis, waar de trap naar boven direct achter de deur begon. Zo was het ook het geval bij de woning van het meisje van de JVO, Tonnie Stein op de Tiendweg. Die had heel netjes de intellectuele Hans Klaver uit de Sperwerstraat ook van de Geitenkamp als vriendje, zoals zijn zusje Toes mijn (iets heviger, 2 jaar) als vriendin had.
Zo waren er meer paartjes, ook van jongens en meisjes, maar aren er ook eenlingen.
Maar we kwamen voor fiets- en wandeltochten in de natuur samen bij de lagere school hoek Thomas á Kempislaan Rozendaalseweg. Als we naar een klassiek concert in Musis Sacrum of een lezing in de Opbouw kon de plaats van samenkomst wel eens anders zijn.
De zogenaamde “uittrap” op eerst het 21e jaar en later op het 23e jaar, was een feestelijke en weemoedige avond. Sommigen sloten zich daarna aan bij de Verenging van de ouderen.
De JVO-tijd was voor mijn gevoel de belangrijkste tijd voor bewustwording. Nu ik 99 jaar ben schieten me steeds meer van die jongens en meisjes van die tijd te binnen. De Arnhemse afdeling: 15-30jaar.

Kortom onze leeftijd was voor een belangrijk deel tussen de 14e en 23e jaar.


Privé

 

Privé
Had beter eerst “De wet op de privacy” kunnen nakijken, alvorens ik die wet gjng criticeren en vooral becriticeren. Maar ja, omdat ik nu toch eenmaal ben begonnen:
De oorzaak is dat sommige correspondeten met wie ik om de zoveel tijd een e-mailverhaaltje wisselde, opeens afhaakten. Ze mailden niet meer terug, en ze gaven geen antwoord op de vraag “waarom niet”.
Dus dacht ik aan wat ik eens had gehoord, dat mijn correspondent kon vrezen dat zijn naam en wat hij schreef aan iedereen openbaar is. Hij had gelezen dat de Wet op de privacy hem moest beschermen tegen de kwalijke kanten van zijn privéleven en vooral voor zijn mening. Elke boef die een hekel aan hem had en die dat wilde kon hem van alle kwaads beschulkdigen, maar vooral van zijn karakter.
Zover ik over dat onderwerp in gespreksgroepn op de televisie hoorde zeggen, was de wet op de privacy
pas van toepassing als iemand je bedreigde met de dood. Dat was al eens een paar maal gebeurd. De bedreiger kan voor de rechter gebracht worden en en straf verwachten. Dus met die beperlking van de vrije meningsuiting was er niets aan de hand.
Nou zit ik toch nog met mijn boeken, website en e-mailtjes in de verkeerde hoek. Iedereen kan ze immers lezen en op de vreselijkste manier becommentariëren en zeggen dat wat ik schreef van een krankzinnige moest zijn? Hij zei nog niet dat hij mij dood wenste wat als een bedreiging zou kunnen worden opgevat, of een potentionele moordenaar het motief geven mij te vermoorden.
Iedereen leest en schrijft echter anders, naar zijn aard. En boeken, artkelen en
blogs hebben de bedoeling
door iedereen te worden gelezen. Het is niet prettig dat iemand aan de inhoud van je schrijven jou een misdadiger vindt of op zijn minst een krankzinnige. En hij zoekt voor zijn mening weer gelijkgestemden.
Als hij maar niet vindt dat jij dood moeste zijn. Daar zit ik dan. En wee degene die het wel met me eens is. Laat dit niet blijken door dat te zeggen. Nog beter: reageer niet op wat de schrijver schrijft.
Ik zie al het touwtje waaraan ik moet hangen, want ik vind schrijven het leukst, of het nu in een boek, artikel, blog, brief of e-mail is. Ik geef geen garantie voor mijn leven en dat van mijn lezers.
Dag schat.

PARANOIA
Het is een woord dat ik de laatste tijd steeds vaker tegenkom. Ik heb de betekenis ervan eens opgezocht in Wikipedia.
Ik zou het mjn overbuurvrouw nooit durven zeggen: het is ‘achtervolgingswaanzin’. En als je dat hebt ben je een beetje gek. En als je gek bent dan plaats je je buiten de maatschappijn van normaal denkenden. Je wordt niet begrepen en ergert je voortduren. Dus voorzichtig met de geestszieke. Gebruik liever het woord abnormaal en zeg tegen de patiënt: ik ben het niet met je eens. Helaas weet de patiënt niet dat hij abnormaal is en dat de buurman hem niet goeiedag zegt, hij dat niet doet met een kwade bedoeling. Ook al die anderen niet, die hij verdenkt van alle soorten kwaad waarmee zij zijn leven bestoken. Mijn overbuurvrouw heeft zelfs de televisie en de computer afgesloten en de gordijnen dicht gedaan, omdat al het kwaad dat haar overkomt door de televisie, de computer en de buitenwereld bij haar binnen komt.
En zij is niet de enige met die waanzin. Nu je dit weet, zie je dat ook de politiek erdoor wordt beïnvloed ondanks dat de partijleider duidelijk trekjes daarvan toont.
En nou ik. Hoe zit het met mijn denken, doe en laten en levensovertuiging? En die van alle anderen? Zijn wij allemaal minstens besmet met paranoia? Hoe komen wij daar achter? Voorlopig bidden maar en zien hoe het afloopt.
Er zijn geneeslijke en ongeneeslijke ziekten. Waartoe paranoia hoort weet ik niet. Er is hoop. Ik bepaal mij tot “VDDSS”: Voelen, Denken, Doen, Spreken, Schrijven.
De Bijbel zegt: “Doorzoek uzelven nauw, misschien dat gij het eeuwige leven hebt”.
De kwaal van abnormaliteit bestaat net zolang als de mens bestaat maar na zijn geschapen worden door en met een Heilige Geest, liet een kwade geest zich gelden. O God, wie zal mij verlossen van het kwade?
De vraag stellen is haar beantwoorden.


Privé

Privé
Had beter eerst “De wet op de privacy” kunnen nakijken, alvorens ik die wet gjng criticeren. Maar ja, omdat ik nu toch eenmaal ben begonnen:
De oorzaak is dat sommige correspondeten met wie ik om de zoveel tijd een e-mailverhaaltje wisselde, opeens afhaakten. Ze mailden niet meer terug, en ze gaven geen antwoord op de vraag “waarom niet”.
Dus dacht ik aan wat ik eens had gehoord, dat mijn correspondent kon vrezen dat zijn naam en wat hij schreef aan iedereen openbaar is. Hij had gelezen dat de Wet op de privacy hem moest beschermen tegen de kwalijke kanten van zijn privéleven en vooral voor zijn mening. Elke boef die een hekel aan hem had en die dat wilde kon hem van alle kwaads beschulkdigen, maar vooral van zijn karakter.
Zover ik over dat onderwerp in gespreksgroepn op de televisie hoorde zeggen, was de wet op de privacy
pas van toepassing als iemand je bedreigde met de dood. Dat was al eens een paar maal gebeurd. De bedreiger kan voor de rechter gebracht worden en en straf verwachten. Dus met die beperlking van de vrije meningsuiting was er niets aan de hand.
Nou zit ik toch nog met mijn boeken, website en e-mailtjes in de verkeerde hoek. Iedereen kan ze immers lezen en op de vreselijkste manier becommentariëren en zeggen dat wat ik schreef van een krankzinnige moest zijn? Hij zei nog niet dat hij mij dood wenste wat als een bedreiging zoukunnen worden opgevat, of een potentionele moordenaar het motief geven mij te vermoorden.
Iedereen leest en schrijft echter anders, naar zijn aard. En boeken, artkelen en blogs hebben de bedoeling
door iedereen te worden gelezen. Het is niet prettig dat iemand aan de inhoud van je schrijven jou een misdadiger vindt of op zijn minst een krankzinnige. En hij zoekt voor zijn mening weer gelijkgestemden.
Als hij maar niet vindt dat jij dood moeste zijn. Daar zit ik dan. En wee degene die het wel met me eens is. Laat dit niet blijken door dat te zeggen. Nog beter: reageer niet op wat de schrijver schrijft.
Ik zie nog het touwtje hangen, want ik vind schrijven het leukst, of het nu in een boek, artikel, blog, brief of e-mail is. Ik geef geen garantie voor mijn leven en dat van mijn lezers.
Dag schat.


Een aap is doodgegaan

Nou ja. Het is voor sommigen even wennen dat apen net als mensen dood kunnen gaan. Maar dit was toch iets anders. Hij ging dood na een vechtpartije. Een juffrouw die zijn begeleidster was gaf die veklaring.
Zij zei dat het chimpansees waren die ruzie hadden. En chimpansees worden ook wel mensapen genoemd. Waarom? De dame zei: “Omdat ze op ons lijken”.
Dat moest ik toch even verwerken. Ze zei, omdat het blijkbaar bij meer mensenn niet doordron g: “Ze lijken op ons”.
Was dat een grapje? Het duurde wel even, maar nou had ik die verklaring toch door: “Mensen kunnen een ruzie zover laten oplopen, dat er maar één oplossing, gewild of ongewild is: de één doden. Maar dat roept de vraag op: “Wie van de twee moet worden gedood, en door wie van de twee?”
Apen hebben wel hersens, liever gezegd “hersenen”. En die lijken op die van de mensen, maar ze zijn anders ingericht. Ze hebben allebei weliswaar ook “gevoel”, en dan wordt niet bedoeld lichamelijk, als je bijvoorbeeld een lichamelijke botsing met een knuppel krijgt, maar als je een geestelijke botsing krijgt, voor het geval dat je een geliefde aan wie je zeer gehecht en verbonden was. Je mist opeens een deel van je persoonlijke leven als individu, zoals een been een deel van je lichaam is. Als je die mist loop je een stuk moeilijker. Zo leef je een stuk minder prettig bij en na een geestelijke botsing. En kan je er een litteken aan over houden. Het is iemand soms aan te zien.
Nee, ik mag het niet eens zijn met die juffrouw: apen lijken niet als mensen en mensen niet op apen.

Een mecanicién in het parkje probeerde het aan de hand van de wiskunde uit te leggen. Hij had ook de uitzending gezien van één der grootste geleerden van de wereld op het gebied van wiskunde. Deze had de sublieme uitvining gedaan van de oplossing van het grootste wiskundige raadsel aller tijden: hij had dat raadsel opgelost door “vereenvoudiging”. Dat zat hem in de wiskunige stelling 1/2 + 1.3. Simpeler kan het nie. Eindelijk, we zijn er.
Ik beveel die man aan voor het vereenvoudigen van de ruzie tussen apen en die op ons lijken. Laten we de straat op gaan met zoveel; mogelijk mensen(apen).
Ik deed vroeger mee met vlaggen, wimpels en vaandels aan optochten met daarop de woorden, die wij uitschreeuwden: ‘NOOIT MEER OORLOG!’
Kunnen de apen ook aan de optocht deelnemen.

 


GEDONDER

Dagboek 3-5-24
GEDONDER DROOM EN DAAD

Het heeft vannacht geonweerd van jewelste. Terwjl het hele land al daarvan plezier gehad, zaten wij nog prinsheerlijk op de bankjes in het prachtige parkje Sacre Gisteren in Sacre Couer sprak ik nog met Marco, de zgn schapenoeder over de prachtige tien kleuren groen van de verschillende bomen. Hij maakte de opmerking dat de donkerrode beuk en de kastanjeboom ook bezienswaardig is.
Ik kijk nu uit het raam en, jawel, daar zie ik die donkerrode beuk en die kastanjeboom, waar die witte kaarsen nog stevig op de takken staan. En dat ondanks het vreselijke onweer dat vannacht woedde.
Ik kan slechts de woorden van liedjes onthouden, maar toch wel die van “De Kastanjeboom” uit de zangbundel “Jan Pierewiet” van de JVO (Jeugdbond Voor Onthouding) waarin ik van mijn 14e tot mijn 23e jaar de mooiste jaren van mijn leven had. Met 25 jongens en meisjes kamperen, wandeltochten en bonte-avonden houden en lezingen en muziekuitvoeringen bezoeken met als hoogtepunt het jaarcongres in het noodgebouw Tivoli aan de gracht in Utrecht met de andere JVO-afdelingen uit het land. Veel kennissen opgedaan om mee te corresponderen. De landelijk voorzitter was leraar Reinder Kruk, naar wie wij gretig sluisterden als het om kunst en propaganda ging. De onderste helft van zijn linkerarm was vervangen door een kunstarm. Als je goed keek, dan merkte je dat., maar het deed ons slechts meer respect voor hem hebben.

Ik hield die congressen vaak voor aan die jaarcongressen van de AJV , het Advent Jeugd Verbond. Je leerde een goede overtuiging te hebben die je moest uiten. Daar had ik baat bij als ik later de gemeenteraad mocht toespreken over het herstel van park Presikhaaf, want daarvoor (en daarna) had ik de schrik voor spreken in het openbaar.
Nou moet ik dat herhalen bij eventuele vernieuwing en onderhoud van park Sacre Couer.
Ik schreef dat ik uit keek op die twee en nog meer bomen van park…. Presikhaaf van de wijk Presikhaaf, waar ik 50 jaar woonde. Nu woon ik weer op mijn vroegere wijlk Plattenburg. Tussen die bomen en mijn flat zijn de tuintjes van mijn benedenburen, een breed pad en weer …. de spoorweg Arnhem Zutfen, waar ik al 40 jaar op uitkeek vanuit de vroegere woning van mijn ouders in de Maria van Gelrestraat op Plattenburg, waar wij onder andere de oorlog beleefden en van uit het bovenraam de brug over de IJssel bij Westervoort en de brug over de Rijn van Anrhem met grote klappen hoorden en zagen instorten.

De Kastajjeboom:

Fier en stil te bloeien,
ongerept in wind,
en in zonnegloeien
argloos als een kind.
Hoog je kaars te dragen
als het donkeren gaat,
dat als dag komt dagen
jouw kaars rechtop staat.

Anders niet te weten
dan van sterke moed,
nimmer te vergeten
dat je bloeien moet,
dat je licht moet dragen
aan de duistere boom
van je levensdagen
wijdend daad en droom.


Kennismaking in Sacre Couer

Voor elkaar en de natuur
Aardigheidje vooral voor jou: ik maakte verleden week kennis met een nieuwe wandelaarster, die me vertelde dat zij een bijzondere herinnering had aan Sacre Cour, omdat “haar” bungalow Sacre Cour stond op de plek waar nu het appartementencomplex Sacre Couer staat.
Zo maakte ik ook kennis met Mevrouw Kohlman die in rusthuis Insula Deï verblijft, en dat niet alleen: het rust- of verpleeghuis is eigendom van de familie….. Kohlman die ook eigenaar is van de antieke huisjes naast de afrit van de Rijnbrug. Rijke familie…. Even met haar door praten en vertelde haar: “Ik begon thuis met een stencilbedrijfje totdat Maarten Roos van Drukkerij Roos en Roos en medelid van de Nederlandse Geheel Onthouders Bond (NGOB) mij belde dat er in de Driekoningendwarsstraat een pandje leeg stond, dat na een ruzie met de daar pandhoudende dame van lichte zeden geruïneerd was achter gelaten. Maar daar tegenover stond de grootste drukkerij van Arnhem: “Drukkerij Kohlman” van…. Charley Kohlman…. (dat was mijn broer, zei de dame).
Ik ging naar huis en belde voor de zekerheid de baas daar op of hij dat niet erg vond als ik als concurrent tegenover hem kwam te zitten. Hij zei:”Ja, dat vind ik wel erg. Maar als je toch komt, bel me dan even op, dan helpen we je inrichten.” (Wie het breed heeft, laat het breed hangen….)
Ik kon daardoor een weduwe trouwen die twee kinderen had, een van 7 en een van 11 jaar had en er kwamen nog 2 jongens bij, en toen zei mijn vrouw: Piet we hebben nu 4 jongens, ik had zo graag nog een meisje willen hebben. Welaan, we hebben nu intussen een meisje dat 51 jaar is en die mijn nu volkomen demente vrouw als mantelzorgster intensief en met liefde verzorgt.
Je ziet Jan, je weet veel dingen niet van vroeger, daarom is kennis van historie erg belangrijk. Eens zullen mensen na ons weten dat we geleefd hebben, en niet voor niets. Je toekomst is niet te voorspellen, daarom ‘geloven’ veel mensen.
Doej!

droons naar israel

 

Dagboek 15-4-24

DROONS NAAR ISAEL
Joris jarig bezocht

Ryan en Seraja haalden mij gisteren, zondag 14-4-24 om 3 uur op om na een prachtige route door aan Arnhems grenzende Velp Noord met zijn kleine en grote villa’s tenslotte in de zonnige achtertuin achter hoge hagen aan een tafel te zitten met Nanke, haar broer en vriendin, klein meisje van hen en Jisvi met wat drinken en  een taartje bij te praten. Van mijn zijde getracht ludiek te zijn. Af en toe zagen wij Joris en Hidde even. De laatste verlegen lachend zoals we dat wegens zijn enigszins autisme verwachtten, zich aan Jisvi’s stoel vasthoudend. Ik trachtte hem vergeefs in ons lichtvoetig gesprek te betrekken. Hij krijgt speciaal onderwijs, waaronder het lezen.
Pas op het eind bracht ik de aanval van gisteravond van Iran met droons op Israel ter sprake. Jisvi vulde dat met het laatste nieuws aan en zei dat die droons door Israel bijna alle uit de lucht waren geschoten.
Wij waren het er over eens dat dit een groot gevaar was voor de wereldvrede. We waren nieuwsgierig naar de reactie van Iran daarop.
Thuiskomend volgde ik het nieuws op de tv. De Nederlandse en veel andere regeringen en de Veiligheidsraad was bijeen gekomen om de dreigende situatie te bespreken. Men wilde “escalatie” voorkomen, maar wist nog niet hoe.
Het grootste gevaar lag in het gebruik van granaten met een kernkop waarover Iran beschikte.
Ik meen dat hierdoor een Bijbelse profetie kon worden vervuld, waarin werd gezegd: de wereld eenmaal vergaan zijnde door het water, zal tenslotte vergaan door vuur.
De atoombonnen die op Nagasaki en Hiroshima in Japan hadden weliswaar de tweede wereldoorlog tot een einde gebracht, maar er vielen door de straling van de atoombommen nog een tijd lang vele slachtoffers.
Die straling veroorzaakte een soort verbranding van de huid van de slachtoffers en ook van de inwendige organen.
Daarom was van alle regeringen het dringend `advies` aan Israel en Iran terughoudend te zijn. Meer landen en vooral Iran beschikken immers nu over meerdere atoombommen!
Analisten herinnerden eraan dat de grootste wereldmacht Amerika ondanks kritiek op Israel, dat land door hen gesteund zou worden. Zo werden de andere landen verdeeld tussen die Iran en die Israel militair zouden bijstaan. Dat is dreigende taal, die escalatie misschien zou verhinderen.
De wereld wacht gespannen af. Wat minder gespannen als men de politiek in andere landen bespreekt, o.a. de machtsgreep van de nationalistische Trump in Amerika en intussen sterk verminderde belangstelling voor de hopeloze kabinetsformatie in Nederland wegens de haat van Wilders tegen immigranten, welke formatie op dit moment na maanden nog geen enkel uitzicht biedt.
De kerken durven al deze zaken niet in hun toekomstvisie te betrekken. En misschien nog erger: in Tel Aviv Israel zitten de bewoners nog ‘gezellig’ op terrasjes in het zonnetje te genieten alsof er niets aan de hand is, en mensen die ik in het parkje naast me ontmoet, zeggen dat het hun een zorg zal zijn wat ze doen. Het teken van hun/onze onmacht.
En ik? Enigszins getroost dat mijn in brieven en blogs geuite gedachten over de a.s komst van Jezus, en de Bijbelse verkondiging “Zie ik schep een nieuwe aarde waarin gerechtigheid woont”, geen enkele reactie oplevert en dat het slechts ten dele de schuld is van het toenemende gebruik van de moderne smartphone en het nauwelijks meer gebruik van de computer.
Een schitterende gelegenheid voor de kerken om hiervan de mensen bewust te maken. ALS ze zich dat zelf bewust zijn ……. Men houdt het erop: we leven wel in de wereld, maar zijn niet van de wereld


Mijn toespraak bij Peters graf

Dagboek 30-3-24

Peter opgebaard en de toespraak van Pa bij het graf.

Was gistermiddag 6 uur met Jisvi, Nanke en Bert bij de opgebaarde Peter.
Een wonder hoe hij er zo vanaf zijn buik er schoon en met een tevreden voller gezicht uit zag!
Heb dit gister en vandaag nog eens aan Seraja bericht, omdat zij op mijn schriftelijke vraag het volgende had gemaild: “Ma gaat mee. We gaan vooraf in een kamer met christenen bijeen, waar Arnoud zijn toespraak kan houden” Liefs van Seraja

TOESPRAAK VAN Pa bij Peters graf.

(wie print dit in grote letter voor mij of  zichzelf of een ander uit?)

  • Peter maakte graag op zijn eentje uitstapjes over de grens zoals naar New York en Athene. Hij was avontuurlijk. Het laatst was hij in België voor een stamceloperatie waar hij heel positief over was.
    Ik probeer zo van de Belg Gudo Gazelle een aangepast gedichtje te lenen:
  • “En het is hier nederweerd, geschilderd of geschreven,
  • van jou, mijn Peter, geen beeltenis mij gebleven,
  • geen tekening nog lichtdrukmaal, noch beitelwerk van stene,
  • dan het beeld in mijn hart allene.
  • Och, mocht ik die beeltenis niet bederven,
  • doch eerzaam leven in mij, eerzaam in mij sterven.

Op de muur van het winkelcentrum Presikhaaf werd een film van de NATOTAPTOE vertoond. Er stonden wel honderd mensen naar te kijken toen ik eraan kwam. Hoe rumoerig ook, opeens zag ik daar tussen een arm omhoog steken en hoorde ik iemand roepen: “Piet, kom eens hier!”
Nou, vooral omdat het een meisje van mijn jeugdclub was, Martha Verheyen, wurmde ik mij tussen de massa door naar haar toe. Er stond een knappe dame naast haar. die had haar tasje nog open, en daarin zag ik per ongeluk mijn folder voor het vredeswerk, wat ik zojuist had uitgedeeld, liggen. Kennismaakt. Interesse? Er kwam een roodharige man naast haar staan, de chef van de schoenenwinkel BATA. Wat later kwamen er twee kinderen bij hen staan. Leuk gezinnetje.
De volgende dag werd ik opgebeld: “Herkent u mijn stem nog? Ik ben degene die u gisteren sprak. Ik heb zojuist heel lekker eten klaar gemaakt, dat wij niet alleen op kunnen. Nou vaag ik u of u eens mee wilt komen eten”.
Ik was hopeloos vrijgezel, dus na veel excuses toch maar gegaan om haar blijkbare interesse voor het vredeswerk.
Zij bleek een weduwe met twee kinderen van 7 en 11 jaar te zijn,
Rob en Bert. Nou, om kort te zijn: het eten was lekker genoeg om voortaan daar te blijven eten, om tenslotte, wat ik nooit gedacht had, met haar te trouwen. Want niet mijn wil geschiedde, maar behalve God had zij een zeer sterke wil.
Dat resulteerde in de geboorte van een jongen die volgens haar Peter moest heten. En na anderhalf jaar nog een jongen, die moest een Bijbelse naam hebben volgens haar: Jisvi.
En toen zei ze: Piet, we hebben nou 4 jongens, in had zo graag een meisje willen hebben. “Vooruit dan’, zei ik. En zie daar: Seraja. Ze is nu 51 jaar.
En dat allemaal ook dankzij mijn kleine drukkerijtje elk jaar het hele stel met de tweedehands auto naar bekende toeristenplaatsjes in Spanje, Italië, Frankrijk en Duitsland. Elke familiebijeenkomst daarna herinneringen daarvan opgehaald.
Peter wilde zoveel mogelijk zelfstandig zijn. Toen hij 18 jaar was, meldde hij zich aan voor militaire dienst, hoe ik ook vertelde dat ik die dienst juist had geweigerd en daarvoor 4 jaar in dienstweigeraarkampen had door gebracht. De mooiste jaren van mijn leven.
Ik weet niet eens of hij de opleiding had volbracht of niet, maar hij was opeens zo weer thuis. Hij wilde ook eens alleen uit. Gerda en ik bang. Op een avond werd er gebeld. Ma wilde niet open doen…. Ik deed het. Peter stapte half dronken zonder mij te groeten en aan te kijken, naast mij de trap op naar bed.
Bij de geboorte was hij al bijzonder. Hij keek of hij dacht, wat zal mij dit leven brengen… Nou, dat was hij tenslotte dan, opgebaard. Een geluk dat Mamma hem door haar blindheid zo niet zag, want hij was mijn, maar vooral haar zorgenkindje die zij tot haar dementie met haar gevoelen omringde.
Niemand weet wat een mens aan het eind van zijn leven tot een seconde voor zijn dood nog een gedachteflits krijgt, zoals je weleens leest. God vraagt niet of de mens wel goed Zijn geboden heeft onderhouden, maar of hij zijn leven aan Hem overgaf. Ik hoop toch zo Peter weer te zien in volmaaktheid.


E-mail exit

Was jij vóór de nieuwe functieverdeling “schrijfdiaconesse”?
Dat waren gezellige mails voor een alleenstaande. Zal me benieuwen wie jou opvolgt.
Ik herinner me dat Jij, Bertus en ik op de tribune stonden bij het begin van de wedstrijd van, nu och arme, Vitesse. Wij hadden de kaartjes gekregen van Ome Sjaak. Ik was de eeuwige vrijgezel.
Opeens knielde Bertus voor jou neer, pakte jouw hand, bracht die met de rug van jouw hand naar zijn mond en drukte daar een kus op, en zei tegen mij: “Dat leerden we bij Wensink, als je een meisje ten dans vroeg.”
Af en toe heb ik (net als Seraja die me net belde) erge pijnscheuten over Peter, die heel merkwaardig, de dag voor zijn dood even mijn tv, die het begeven had, kwam bijstellen, en na een half uur verdween, waarna ik hem alleen nog drie keer thuis en in de aula’s on- en opgemaakt zag. Pas na drie dagen nadat Peter onbereikbaar bleek, belde ik de politie en die verschafte zich met Seraja tot Peters woning. Samen vonden   zij Peter dood op de hoek van de bank, zo kreeg ik tien minuten later van Seraja het superkorte telefoontje: “Pa, Peter is dood”.
Hij was mijn sleutelhouder, dus hij kwam twee keer in de week onaangekondigd binnen stuiven zonder de deurbel te hoeven gebruiken. De dag vóór zijn dood kwam hij nog even om mijn tv die het opeens niet meer deed, te herstellen. Daarna heb ik hem nooit meer levend gezien….. Hij had al een paar dagen pijn in de borst gehad en daarna een hartinfarct gekregen met noodlottige afloop.
Einde van alle e-mailcorrespondentie door gebruik van smartphone.
Zie verslagen: pietschreuder.online.nl